NL
optillen wanneer het afgekoeld is en door het bij het onderstel vast te pakken. Het toestel
niet verplaatsen door aan de voedingskabel te trekken. De temperatuur op de installatie- en
gebruiksplek moet tussen de +10
C ÷ +38
C liggen en de relatieve vochtigheid moet lager
O
O
zijn dan 90% zonder condensatie.
Aanbevelingen omtrent het aansluiten van het toestel op de stroom
Zorg er voorafgaand aan het aansluiten op de stroom voor dat de spanning, de frequentie en
het rendement van het elektriciteitsnet overeenkomen met de waarden op het gegevenspla-
tje van het toestel. De stekker moet in het stopcontact passen. Het is verboden de stekker te
modifi ceren.Het toestel moet rechtstreeks aangesloten zijn op een enkel stopcontact. Het is
verboden om gebruik te maken van verlengsnoeren, splitters of dubbele stopcontacten. De
netstroomkring moet voorzien zijn van een beveiligingsgeleider en een beveiliging van min-
stens 16 A. Vermijd contact van de voedingskabel met scherpe randen en hete voorwerpen
en oppervlakken. Tijdens de werking van het toestel moet de kabel altijd volledig uitgerold
zijn en zo geplaatst zijn dat deze geen hinder veroorzaakt bij de bediening van het toestel.
De kabel mag geen struikelgevaar veroorzaken. Het stopcontact moet zich op een plek be-
vinden zodat het altijd mogelijk is om snel de stekker van de voedingskabel van het toestel
eruit te trekken. Pak tijdens het trekken van de stekker uit het stopcontact altijd de stekker-
behuizing vast en trek nooit aan het snoer. Indien de voedingskabel of stekker beschadigd
is deze direct van de stroom halen en contact opnemen met een geautoriseerde service om
vervanging te regelen. Het toestel nooit gebruiken met beschadigde voedingskabel of stek-
ker. De voedingskabel of stekker mogen in geval van schade niet worden gerepareerd maar
moeten altijd worden vervangen voor een nieuw, schadevrij exemplaar. Het vervangen van
het netsnoer en de stekker moet worden uitgevoerd door een geautoriseerd servicecentrum
van de fabrikant.
Aanbevelingen omtrent het gebruik van het toestel
WAARSCHUWING! Het oppervlak van de bakplaat kan na gebruik heet zijn. Raak dit niet
aan, dit kan leiden tot ernstige brandwonden. Laat de bakplaat afkoelen. Bij het bereiden
van voedsel dat hete voedselfragmenten kan verspreiden, moet persoonlijke beschermings-
middelen worden gedragen om ze te beschermen tegen brandwonden. Zorg dat de vloer
in de buurt van het toestel niet glad is. Zo wordt uitglijden, met ernstig letsel tot gevolg,
voorkomen. Bij de bereiding van gerechten moeten deze te allen tijde in acht worden geno-
men en brandwonden worden voorkomen. Voedsel dat onbeheerd wordt achtergelaten kan
verbranden, wat brand en ernstige brandwonden kan veroorzaken. Raak bij het bereiden
van voedsel alleen het oppervlak van de plaat aan met gereedschap van hout of kunststof.
Het gereedschap moet bestand zijn tegen de door de bakplaat gegenereerde temperatuur.
Het is verboden om de gerechten met de hand te verwijderen en te plaatsen. Als er tijdens
of na de bereiding voedsel op de bakplaat achterblijft, verwijder dan eventuele etensresten
voordat u een ander gerecht bereidt. Voedselresten kunnen worden verbrand, waardoor
rook, een onaangename geur en de smaak van het voedsel dat wordt bereid, wordt aange-
tast. Zij kunnen ook de oorzaak van brand zijn. Gebruik gereedschap van hout of kunststof
die de temperatuur van de bakplaat weerstaan. Gebruik geen scherpe of metalen gereed-
schappen. Dergelijke gereedschappen kunnen het oppervlak van de bakplaat beschadigen.
Als voor de bereiding van een gerecht vet nodig is, verdeel het dan met een zachte borstel
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
57