Het volledige team van Oxygen Audio feliciteert u met uw aankoop en dankt u voor uw vertrouwen. U bent in het bezit van hightech
kwaliteitsapparatuur.
Om zo veel mogelijk profijt te trekken van dit apparaat, de capaciteiten hiervan te beheersen en eventuele risico's te voorkomen, raden wij u aan deze
handleiding zeer aandachtig door te lezen alvorens enige handeling uit te voeren.
Uw luidsprekers moeten verplicht bevestigd worden op een stijve ondergrond met een installatiediameter die gelijk is aan die van het
product, zodat deze hierop perfect aangepast kan worden.
Denk er vooral aan dat niets de verplaatsing van het membraan mag hinderen, noch aan de voorzijde, noch aan de achterzijde van de
luidspreker.
Een luidspreker is ontworpen om te werken aan de hand van een wisselend signaal (sinusoïdaal), waardoor de positieve trillingen (fig.
A) de membraan naar voren bewegen en de negatieve trillingen (fig. B) deze naar achteren bewegen. Zie onderstaande schema's voor
een beter begrip:
fig. A
Het gevolg van een onderbreking van dit wisselende signaal (fig. C), is de onherstelbare beschadiging van de spoel die de elektriciteit
in de kern van de luidspreker ontvangt. Deze kan dan geen magnetisch veld meer produceren (via wisselstroom), waardoor hij
gelijkstroom ontvangt die hem doet doorbranden. Op dezelfde wijze zal bij aansluiting van de « + » etn de « - » van een accu op
een kabel van 16mm² de kabel doorbranden. Een doorgebrande spoel valt niet onder de garantie. In tegenstelling tot wat algemeen
gedacht wordt, zal bij een te hoog vermogen op de luidspreker de spoel als een zekering springen. Het enige middel is deze door te
branden en hier gelijkstroom op zetten. Deze gelijkstroom wordt over het algemeen geproduceerd wanneer de hierop aangesloten
versterker praktisch geen vermogen meer heeft (slechte instelling, slechte stroomvoorziening, slechte bekabeling of eenvoudigweg een te
laag vermogen voor deze versterker).
Aansluiting:
+
Installatie
Werkingsprincipe
-
-
Versterker
fig. B
(Reflex Box 12.1)
+
+
Versterker
fig. C
-
-
13
NE