INSTALLATIEHANDLEIDING
Meegeleverde onderdelen
Onderdeelbenaming
Aantal
Onderdeelbenaming
Afstandsbediening
Afstandsbus
1
2
(met 200 mm
kabel)
Schroef
Kabelverbinding
M4 x 25
2
2
Houtschroef
Installatiehandleiding
2
1
Nodig voor het installeren
van de afstandsbediening
Installatielocatie
• Installeer de afstandsbediening op een hoogte van 1 tot 1,5 m boven de
vloer, op een plaats waar de gemiddelde temperatuur in de ruimte kan
worden waargenomen.
• Installeer de afstandsbediening niet in direct zonlicht of direct in de buurt
van de buitenlucht, zoals aan de zijkant van een venster, enz.
• Installeer de afstandsbediening niet achter of net naast een object op een
plaats waar er weinig luchtcirculatie is.
• Installeer de afstandsbediening niet in de vries- of koelruimte, omdat deze
niet spatwater- of waterdicht is.
• Monteer de afstandsbediening altijd verticaal op de wand, enz.
Zo selecteert u de ruimtetemperatuursensor
In zowel de binnenunit als de afstandsbediening zijn
ruimtetemperatuursensoren gemonteerd.
Een van twee sensoren werkt. Meestal wordt de ruimtetemperatuursensor in
de binnenunit gebruikt. Ga als volgt te werk om de sensor in de
afstandsbediening te gebruiken.
1. Houd de toetsen
,
en
gedurende minimaal 4 seconden
CL
SET
ingedrukt.
OPMERKING : Het eerste weergegeven apparaatnummer is het adres van
de masterbinnenunit bij groepsbediening.
OPMERKING : Druk niet op de toets
(selecteren).
UNIT
2. Gebruik de temperatuurinsteltoetsen
/
om de
↓ itemcode in te voeren 0032 .
3. Gebruik de timerinsteltoetsen
/
om de ingestelde
↓ gegevens van 0000
te wijzigen in 0001 .
4. Druk op de toets
.
SET
↓ (OK als het display stopt met knipperen en constant brandt)
5. Druk op de toets
.
De inhoud van het display wordt weer de normale inhoud. Nu wordt
weergegeven in het LCD-scherm.
OPMERKING 1: Wanneer twee afstandsbedieningen worden gebruikt, wordt
de masterafstandsbediening herkend als
-sensor, hoewel
de temperatuur kan worden ingesteld met zowel de master-
als de slave-afstandsbediening.
OPMERKING 2: Bij groepsbediening werkt de
-sensor niet als het
groepadres niet ingesteld is als het adres van de binnenunit
van de master.
OPMERKING 3: Gebruik, wanneer de sensor van de afstandsbediening
wordt gebruikt in combinatie met de afstandsbediening, niet
de
-sensor van de afstandsbediening.
All manuals and user guides at all-guides.com
Bestemd voor (elektrisch) installateur en onderhoudsmonteur
Zo installeert u een afstandsbediening
OPMERKING 1: Wikkel nooit de kabel van de afstandsbediening
om voedingskabels en leid ze ook nooit samen
door één metalen leiding om storingen te
voorkomen.
OPMERKING 2: Installeer de afstandsbediening verder
verwijderd van de oorzaak van de stoorzender.
OPMERKING 3: Monteer, wanneer er interferentie aanwezig is op
de voedingsaansluiting van het apparaat, een
ontstoringsfilter.
• Monteer de afstandsbediening, wanneer deze wordt
gebruikt als in de afbeelding, op de wand.
Kabel van de afstandsbediening
(niet meegeleverd)
Opgerold deel van
voedingskabels
Houtschroeven
(2 stuks)
Loshangend
deel van de
voedingskabels
Connector
Afb. A
1. Meer informatie over het demonteren en monteren van de
behuizing van de afstandsbediening vindt u in de paragraaf 'Bij
gebruik als opbouwunit'.
2. Verwijder het opgerolde deel van de voedingskabel uit de
behuizing van de afstandsbediening, verwijder vervolgens de
connectors en sluit daarna de kabel van de afstandsbediening
(niet meegeleverd) aan op de connector van de behuizing van
de afstandsbediening. Steek de kabel van de
afstandsbediening in de sleuf en wikkel deze om de
voedingskabelhouder.
Breek met een punttang het stukje uit het onderste deel van
de behuizing (het dunnere stuk aan de bovenkant) en trek de
kabels van de afstandsbediening erdoor.
(Afb. A) (Zie de paragraaf 'Zo sluit u de bekabeling van de
afstandsbediening aan'.)
Sluit de kabels van de afstandsbediening pas aan nadat u
het aansluitnummer van de binnenunit heeft
gecontroleerd, om verkeerde aansluitingen te voorkomen.
(Sluit de afstandsbediening nooit aan op de netvoeding.)
3. Bevestig de afstandsbediening met twee houtschroeven.
4. Gebruik de kabelclips (meegeleverd bij de niet meegeleverde
kabel van de afstandsbediening), om de kabel van de
afstandsbediening vast te zetten op de wand.
Een werkingstest voor de afstandsbedieningen uitvoeren
1. Wanneer de afstandsbediening voor de eerste keer wordt gebruikt zal deze pas ongeveer nadat de voeding ingeschakeld is
daadwerkelijk beginnen te werken. Dit is geen storing; in die tijd worden de instellingen van de afstandsbediening gecontroleerd.
2. Druk op de toets
, nadat de melding [TEST] op het LCD-scherm verschenen is (doordat u de toets
seconden heeft ingedrukt).
• Tijdens de werkingstest blijft de melding [TEST] op het LCD-scherm verlicht.
• Als de melding [TEST] verlicht is, is het niet mogelijk om de temperatuurinstelling te wijzigen.
Gebruik de toets [TEST] alleen voor een werkingstest, omdat het apparaat anders te zwaar belast wordt.
3. Gebruik [TEST] alleen bij VERWARMEN, KOELEN of VENTILEREN.
OPMERKING : De buitenunit kan, nadat de voeding ingeschakeld is of het apparaat uitgeschakeld werd, pas na 3 minuten
opnieuw ingeschakeld worden.
4. Druk, nadat de werkingstest voltooid is, nogmaals op de toets
niet meer verlicht is. (Bij deze afstandsbediening is een 60-minutenblokkeerfunctie ingebouwd, om te voorkomen dat
werkingstestst direct na elkaar kunnen worden uitgevoerd.)
Zo sluit u de bekabeling van de
afstandsbediening aan
• Aansluitschema
Aansluitingenblok voor de
Ongeveer 200 mm
W : Wit
kabel van de afstandsbediening
B : Zwart
in de binnenunit
A
W
B
B
Afstandsbediening
Kabel van de
afstandsbediening
Kabel van behuizing van
Aansluitgedeelte
(niet meegeleverd)
de afstandsbediening
• Geen polariteit, 2-aderige kabel.
• Gebruik kabel met een doorsnede van 0,5 mm² tot 2 mm².
Kabel van de afstandsbediening
Kabel van behuizing van
Kabelverbinding
de afstandsbediening
Meegeleverde
1) Strip de mantel van de aan te sluiten
kabelverbinders
kabel ongeveer 14 mm.
(wit, 2 stuks)
2) Draai de twee kabels in elkaar en koppel
ze met een kabelverbinder.
3) Wanneer de verbinding niet met een
speciaal gereedschap wordt gemaakt of
gesoldeerd wordt, moet de verbinding
met isolatietape worden ingesloten.
• Gebruik voor het aansluiten van de afstandsbediening de
kabel van de afstandsbediening (niet meegeleverd).
1. Verwijder het opgerolde deel van de voedingskabel uit de
behuizing van de afstandsbediening, verwijder
vervolgens de connectors en sluit daarna de kabel van
de afstandsbediening (niet meegeleverd) aan op de
connector van de behuizing van de afstandsbediening.
Steek de kabel van de afstandsbediening (niet
meegeleverd) in de sleuf en wikkel deze om de
voedingskabelhouder.
2. Meer informatie over het aansluiten van de kabel van de
afstandsbediening (niet meegeleverd) vindt u in de
installatiehandleiding voor de kabel van de
afstandsbediening.
Opgerold deel van voedingskabels
Connector
Kabel van de afstandsbediening
(niet meegeleverd)
minimaal 4
om te controleren of de melding [TEST] op het LCD-scherm
Standaard afstandsbediening
TYPE : RBC-AMT21E
Noodzakelijk voor het installeren van
verschillende afstandsbedieningen
Met '2 afstandsbedieningen' wordt bedoeld dat een of
verschillende eenheden bediend worden met behulp van
verschillende afstandsbedieningen. (Er kunnen maximaal 2
afstandsbedieningen worden ingesteld.)
Adresconnector van
de afstandsbediening
Masterafstandsbediening
Afstandsbediening
Controle van de
afstandsbediening
Slave-
afstandsbediening
Adres van de
afstandsbediening
• Zo installeren
Ga voor het installeren van 2 afstandsbedieningen als
volgt te werk.
1. Stel een van twee afstandsbedieningen in als de
masterafstandsbediening. (Fabrieksinstelling)
2. Stel op de printplaat van de andere afstandsbediening
de adresconnector van de afstandsbediening van master
in op slave. Op die manier kan de andere
afstandsbediening werken als slave-afstandsbediening.
• Elektrisch basisschema
OPMERKING : Sluit de kabels altijd correct aan.
(Bij verkeerd aangesloten kabels zal het
apparaat beschadigen.)
• Wanneer een binnenunit via twee afstandsbedieningen op
verschillende locaties bediend moet kunnen worden
Afstandsbediening
Afstandsbediening
(master)
(slave)
(Niet meegeleverd)
Kabel van de afstandsbediening
(niet meegeleverd)
Aansluitingenblok
voor kabel van de
afstandsbediening
1
2
Binnenunit
Aarde
• Wanneer een groep binnenunits via twee
afstandsbedieningen op verschillende locaties bediend
moet kunnen worden
* De master- en slave-afstandsbedieningen werken, zelfs
als ze geïnstalleerd zijn voor een willekeurige
binnenunit.
Afstandsbediening
Afstandsbediening
(master)
(slave)
Besturingskabels voor het
verbinden van afstandsbedieningen
voor groepsbediening
(niet meegeleverd)
(Niet
meegeleverd)
Aansluitingenblok
voor kabel van de
afstandsbediening
A
B
A
B
A
B
A
B
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Nr,1
Nr,2
Nr,3
Nr,N
Aarde
Aarde
Aarde
Aarde
85464359425000 (DU)