De beide onderstaande passages hebben betrekking op de aansluiting van de Surrounder
(niet Surrounder Pro) op een Dolby ProLogic-decoder en een decoder op het 5.1-formaat
(Dolby Digital (AC-3), MPEG-2 Audio, DTS).
DOLBY SURROUND PROLOGIC
Dit proces haalt uit een gecodeerd analoog stereosignaal twee kanalen; het centerkanaal en
het surroundkanaal. Door het center-kanaal behoudt de luisteraar het akoestische midden,
ook wanneer hij zich niet symmetrisch voor de linker en rechter front-luidsprekers bevindt.
Het surroundkanaal levert monosignalen voor de achterste luidsprekers in het
frequentiebereik van 100 tot 7.000 Hz. Deze luidsprekers zorgen voor een ruimtelijk,
driedimensionaal klankbeeld.
• Sluit de jackplug met de letter "F" aan op een adapterkabel
"Front" gemarkeerde cinch-bus van uw decoder.
• Sluit de jackplug met de letter "R" aan op de andere adapterkabel
met "Rear" gemarkeerde cinch-bus van uw decoder.
• Deactiveer het centerkanaal van de decoder (phantom-mode, zie gebruiksaanwijzing
van de decoder).
• Als bij de decoder de vertragingstijd van surround-systemen kan worden ingesteld: stel
de vertragingstijd in op 15 milliseconden.
Aansluiting op een Dolby ProLogic-decoder
DOLBY DIGITAL (AC-3), MPEG-2 AUDIO, DTS
Bij het Dolby Digital (AC-3)-procédé worden met een AC-3-decoder uit een digitale
gegevensstroom zes separate kanalen geproduceerd. De digitale signalen zijn bijvoorbeeld
afkomstig van een DVD, een laserdisc enz. De beide achterste luidsprekers ontvangen
verschillende geluidssignalen in het frequentiebereik van 20 tot 20.000 Hz. Verder is er een
subwooferkanaal voor de weergave van lage tonen. Dit is noodzakelijk wanneer de overige
luidsprekers niet beschikken over een geschikte weergave van lage tonen.
7 0
All manuals and user guides at all-guides.com
NT 12
en steek deze in de met
en steek deze in de
L
Front
R
Decoder
SL
Back
SR