3 Gebruik van de minilift
Als de last een tijdje op de lift is blijven staan, moet de last mogelijk eerst worden neergelaten
voordat deze kan worden geheven.
3.1 Duwbeugel
Voor een goede werkpositie, moet de duwbeugel op de juiste hoogte worden afgesteld. De
duwbeugel kan gemakkelijk in hoogte worden versteld door de zwarte knoppen op de duwbeugel
los te draaien. Om de duwbeugel op de gewenste hoogte vast te zetten, moeten de knoppen
rechtsom worden gedraaid.
Steek nooit uw armen door de duwbeugel om bij iets op de lastdrager te komen. Dit kan
beknellingsgevaar opleveren.
3.2 Bedieningselement
De lastdrager wordt omhoog en omlaag bewogen door de knoppen op het bedieningselement in
te drukken. Het bedieningselement heeft twee of vier knoppen en wordt gebruikt zoals hieronder
weergegeven.
Omhoog/omlaag
Het bedieningselement moet zo zijn geplaatst dat de gebruiker de knoppen gemakkelijk kan
indrukken. De houder voor het bedieningselement wordt aan de duwbeugel bevestigd. De houder
kan gemakkelijk worden verplaatst door de zwarte knop linksom te draaien. De houder kan in elke
positie worden vastgezet door de knop rechtsom te draaien. De houder kan op de duwbeugel in
elke hoek worden gekanteld. Het bedieningselement kan van de houder worden gehaald.
3.3 Aandrijfunit
Het aanpassen van de aandrijfunit is gevaarlijk. Het apparaat mag op geen enkele manier worden
afgedicht. De aandrijfunit mag niet aan spattend of stromend water worden blootgesteld.
________________________________________________________________________________
6 – Minilift 65 / 85 / 120
Omhoog/omlaag
Langzaam omhoog/omlaag