6.7 Justeren
Het justeren dient te worden uitgevoerd met behulp van het aanbevolen
kalibratiegewicht (zie hoofdstuk 1 "Technische gegevens"). Het justeren mag tevens
worden uitgevoerd met behulp van gewichten met andere nominale waarden (zie
tabel 1), het is echter meettechnisch niet optimaal.
Handelingen tijdens justeren:
Voor
stabiele
omgevingsomstandigheden
verzekeren (zie hoofdstuk 1) voor de stabilisatie van de weegschaal.
De weegschaal met de toets ON/OFF aanzetten.
De toets MODE drukken en zo lang gedrukt houden totdat op display het
symbool "CAL" kort verschijnt. Vervolgens verschijnt op display de blinkende,
nauwkeurige waarde van het gekozen kalibratiegewicht.
Het kalibratiegewicht in het midden van het weegplateau plaatsen.
De toets SET drukken. Kort daarna verschijnt de melding "CAL F" en
vervolgens keert de weegschaal automatisch naar de weegmodus. Op de
display verschijnt de waarde van het kalibratiegewicht.
Bij een justeerfout of een onjuist kalibratiegewicht verschijnt op display de
melding "CAL E". Het justeren herhalen.
Het kalibratiegewicht naast de weegschaal bewaren. Bij toepassingen met een
kwaliteitsbelang wordt aanbevolen om de afleesbaarheid van de weegschaal
dagelijks te controleren.
EMS-BA-nl-1112
zorgen.
Vereiste
opwarmingstijd
12