O
P
S
T
A
R
T
O
T
O
R
S
F
C
O
E
M
F
3
1
A
B
O
U
5
.
0
S
a
l
i
r
o
l
e
s
A
O
P
S
T
A
R
T
V
O
R
M
E
F
C
O
O
M
F
3
1
A
B
O
1
0
.
0
S
a
l
i
r
o
l
e
s
A
O
P
S
T
A
R
T
N
F
C
O
W
E
R
K
F
3
1
A
B
O
1
4
.
0
S
a
l
i
r
o
l
e
s
A
F
3
S
T
O
P
F
R
E
Q
R
K
D
R
U
O
W
O
K
A
B
O
O
M
.
T
E
S
S
a
l
i
r
o
l
e
s
A
F
F
3
O
P
E
N
O
M
R
K
C
O
W
O
F
3
1
A
B
O
.
S
a
l
4
.
9
B
a
r
A
W
I
Z
A R
D
R
O
M
T
O
E
O
N
O
A
A
R
T
T
A
A
A
S
A
A
c
e
p
t
O
K
F2
W
I
Z
A
R
D
S
H
A
A
L
R
C
N
O
B
a
r
A
R
T
T
A
A
A
S
A
A
c
e
p
t
O
K
F2
W
I
Z
A
R
D
D
R
U
K
O
B
a
r
A
R
T
T
A
A
A
S
A
A
c
e
p
t
O
K
F2
.
W
Z
O
E
K
E
N
F
F
P
O
K
O
R
E
N
F
C
T
A
R
T
E
N
A
F
3
1
A
S
A
A
c
e
p
t
O
K
F2
V
O
R
M
E
R
F
S
U
R
R
E
N
F
A
R
T
T
A
A
A
S
A
A
c
e
p
t
Op dit punt moet u het nominale verbruik van de motor invoeren,
de waarde verhogen of verlagen met de pijltjestoetsen en bevestigen
met de F2-toets.
Opmerking: Het nominale verbruik is aangegeven op het typeplaatje
van de motor. U moet de juiste waarde kiezen, bijvoorbeeld als u
een omvormer MT aansluit, selecteer de waarde 230 V en voor de
omvormer TT, selecteer 400 V.
Gebruik de pijltjestoetsen om de maximale drukschaal van de
aangesloten drukopnemer in te voeren.
Deze waarde staat vermeld op het typeplaatje van de drukopnemer
en moet altijd tussen 4 en 20 mA liggen.
Bevestig dit met F2-toets.
Gebruik de pijltjestoetsen om de druk in te voeren waarbij de unit
moet werken.
U moet er goed op letten dat deze waarde altijd binnen de
pompkromme ligt, en altijd proberen de uitersten van de kromme te
vermijden, d.w.z. met debieten van nagenoeg 0 of zeer lage drukken.
Bevestig dit met F2-toets.
Zodra u dit punt hebt bereikt, programmeert de omvormer zichzelf zo
dat het weet wanneer er geen debietvraag meer is en moet stoppen.
Daartoe vraagt het om hulp om de kenmerken van de installatie
waarmee het verbonden is te begrijpen.
Indien op dat moment wordt geconstateerd dat de druk van de
installatie gelijk is aan of hoger is dan de werkdruk, wordt de
gebruiker ervan in kennis gesteld dat het noodzakelijk is de
watertoevoer van de apparatuur te openen om de druk te verlagen
tot onder de werkdruk.
159
NL