2.
Schuif het voorwiel in de voorkant van het frame (afb. 4), plaats vervolgens het
stuurwiel op de uitstekende stang en draai het vast met een schroevendraaier
(afb. 5, 6).
3.
Bevestig de bekerhouder aan de voorkant van het frame.
4.
Plaats de zadelbasis op het frame (afb. 7). Plaats het zadel op het frame –
plaats de metalen pin die erdoorheen steekt (afb. 9).
5.
Draai de pin aan de andere kant van het frame vast met de zwarte moer.
Zorg ervoor dat de knop aan de achterzijde van de zadel is vergrendeld en
dat de rugleuning is vergrendeld ( afb. 8,10).
6.
Steek het kussen van de gordels door het stokje en sluit het aan. Monteer
de overkapping op de stoelsteunen, die aan beide zijden van de zadel
uitsteken. Om de kanteling van de overkapping te verstellen, trekt u de
steunen gelijkmatig naar buiten en stelt u de kantelhoek in (afb. 11-13).
7.
Steek de handgreep voor de begeleider in de overeenkomstige positie op het
frame en zet hem vast met de rode knop (afb. 15, 16). Zet de mand erop (afb. 14).
8.
Plaats de voetsteunen op de juiste plaatsen aan beide zijden van de vork (afb. 17).
Handvathoogteverstelling
Pas de hoogte van de handgreep voor de begeleider aan door op de clips te
drukken en de handgreep in de gewenste richting te bewegen. Een 3 positie
aanpassing tussen 91 - 107 cm is mogelijk.
Achterwielvergrendeling
Om de achterwielen te vergrendelen, drukt u op de remvoeten van beide wielen.
Schuif ze naar beneden om het wiel te vergrendelen of naar boven om het te
ontgrendelen. Beide remmen werken onafhankelijk van elkaar.
De pedalen vergrendelen - vrijloopfunctie
De driewiel fiets heeft een vrijloopfunctie. Bij gebruik van deze functie kan het
kind trappen ongeacht de snelheid van de driewieler.
Om dit in te stellen, beweegt u de hendel aan de zijkant van het wiel. Als u wilt
dat de beweging van de pedalen het wiel doet bewegen, moet u de hendel
opnieuw bewegen.
Als het kind alleen een driewieler gebruikt, zorg er dan voor dat de vrijloopfunctie
is uitgeschakeld.
NL
‑ 34 ‑