Bediening
NL NL
Radiator in- en uitschakelen
De thermostaat beschikt over vier knoppen en een display.
Met de knop On/Standby 14 wordt de thermostaat
ingeschakeld of op stand-by gezet. Wanneer de thermostaat
op stand-by is gezet wordt op het display een knipperende
punt weergegeven. Wanneer de thermostaat is ingescha-
keld worden op het display de tijd en het programma, de
weekprogrammamodus of te temperatuurinstelling (in de
andere modi) weergegeven. Bij het schakelen van Standby
naar On wordt de buzzer ingeschakeld en klinkt er een
pieptoon die 1 seconde duurt. Bij het schakelen van On
naar Standby wordt de buzzer ook ingeschakeld en klinken
er met een tussenpoos van ca. 0,5 seconden twee korte
pieptonen.
Functie Stand-by
Op het display wordt nu het knipperende punt weerge-
geven. Er vindt geen temperatuurregeling plaats en het
elektrische verwarmingselement is uitgeschakeld. Bij het
drukken op de knop On/Standby 14 wordt de thermostaat
ingeschakeld.
Functiebeschrijving
De thermostaat heeft verschillende bedrijfsmodi:
weekprogramma, sensor, comfort, nacht en vorstbescher-
ming. Druk voor het schakelen naar de huidige bedrijfsmo-
dus op functietoets 13.
hoge temperatuur = TH - knop 12 (-)
lage temperatuur = TL - knop 11 (+)
Actuele tijd instellen
Voor het veranderen van de tijd, drukt u langer dan 2
seconden op functietoets 13 totdat de tijdweergave begint
te knipperen. Gebruik voor het instellen van het huidige uur
knop 12 (-) of knop 11 (+). Om over te schakelen naar de
minuten drukt u op functietoets 13. Voor het instellen van
de huidige minuten gebruikt u knop 12 (-) of knop 11 (+).
Druk ter bevestiging opnieuw op functietoets 13.
Modi instellen
Comfort-modus
Met deze modus stelt u de gewenste ruimtetemperatuur
in. Op het display verschijnt het zonne-symbool en de
temperatuur TH. Druk voor het veranderen van de tempe-
ratuurinstelling langere tijd op knop12 (-) of knop 11 (+)
en selecteer de gewenste waarde. De ruimtetemperatuur
wordt geregeld door de instelling van TH.
Nacht-modus
Met deze modus stelt u de gewenste minimum temperatuur
voor de nacht in. Op het display verschijnt het maan-
symbool en de temperatuur TL. Voor het veranderen van
de temperatuurinstelling drukt u gedurende langere tijd
op knop 12 (-) of knop 11 (+) en selecteer de gewenste
waarde. De ruimtetemperatuur wordt geregeld door de
instelling van TL.
Vorstbeschermingsmodus
Op het display verschijnt het sneeuwvlok-symbool en de
ruimtetemperatuur wordt constant op de vriesdrempel van
7 °C ingesteld.
Automatische modus (temperatuursensor)
In de automatische modus wordt de hoge temperatuur
(lokaal ingesteld in de comfort-modus) veranderd door de
opdrachten die worden ontvangen van de sensor-ingang,
behalve wanneer de sensor niet is aangesloten of in geval
van Klasse-I-apparaten (apparaten met aarde-aansluiting).
Op het display verschijnt het huis-symbool en het symbool
wat via de opdracht van de sensor wordt ontvangen: alleen
voor opdracht comfort of geen opdracht.
68