gemonteerd dat het kind met het gezicht ligt naar de persoon die de
wandelwagen bestuurt.
6.
Plaats de reiswieg op het frame van de wandelwagen met behulp van
de adapters (afb. 10). U hoort een karakteristieke klik. Zorg ervoor dat
de reiswieg correct in het frame van de wandelwagen is gemonteerd.
7.
Om de reiswieg van het frame van de kinderwagen te verwijderen, drukt
u op de ontgrendelingsknoppen aan weerszijden van de reiswieg en tilt
u vervolgens omhoog.
8.
Om de adapter te verwijderen, drukt u op de onderste knop op de
adapter en trekt u hem omhoog.
Montage en demontage van de autostoel
(geldt voor de set met het Astrid autostoeltje)
Steek de adapters (15, afb. B) in de overeenkomstige posities op het frame
van de wandelwagen totdat u aan beide zijden een klik hoort en de adapters
vergrendeld zijn (A, afb. 11). Plaats de adapters met de ontgrendelknop naar
de voorkant van de wandelwagen.
1.
Het stoeltje moet zo in het frame van de kinderwagen worden
gemonteerd dat het kind in het zitje tegenover de persoon staat die de
kinderwagen bestuurt.
2.
Bevestig het stoeltje aan het frame van de kinderwagen met behulp
van de adapters (afb. 11). U hoort een klik. Zorg ervoor dat het stoeltje
correct op het frame van de kinderwagen is gemonteerd.
3.
Om het stoeltje zo nodig los te maken, verwijdert u het stoeltje van
de adapters.
4.
Om de adapter te verwijderen drukt u op de onderste knop van de
adapter (B, afb. 11) en trekt u deze omhoog.
Verstelling veiligheidsgordel
1.
Steek de gordels in de centrale gesp totdat u een klik hoort (afb. 12).
Om de gordels te verwijderen, druk op de knop in de middelste gesp.
2.
Om de hoogte van de gordels aan te passen, trekt u de gordels door
de daarvoor bestemde openingen in het zitje, afhankelijk van de lengte
van uw kind (afb. 12). Er zijn drie gordelhoogte posities.
NL
‑ 66 ‑