als de kabel beschadigd is, moet de hele
transformator worden afgedankt.
• Ontkoppeling van de netspanning wordt
uitgevoerd door aan het stopcontact te trekken.
• De contactdoos moet zich in de
buurt van de machine bevinden en
gemakkelijk toegankelijk zijn
OPLAADPROCEDURE
OPMERKING De batterij wordt niet
helemaal opgeladen verzonden. Het wordt
aanbevolen om ze voor gebruik op te laden
zodat de maximale gebruikstijd bereikt wordt. De
lithiumionenbatterij ontwikkelt geen geheugen
en kan op elk moment worden opgeladen.
1. Sluit de lader aan op een AC-stopcontact.
2. Plaats de batterijgroep (1) in de oplader (2).
CG 500 Li 48
CG 700 Li 48
2
CGD 500 Li 48
CGD 700 Li 48
CGDF Li 48
1
Dit is een diagnostische oplader. De
LED-lampjes van de oplader (3) lichten
op in een specifieke volgorde om de
huidige batterijstatus aan te geven.
CG 500 Li 48 - CGF 500 Li 48- CGD 500 Li 48
CG 700 Li 48 - CGF 700 Li 48-
CGD 700 Li 48 - CGDF Li 48
BESCHRIJVING
Batterij wordt opgeladen
CGF 500 Li 48
CGF 700 Li 48
1
1
2
3
3
2
STATUS LED
☼
Groen knipperlicht
Volledig geladen
batterij oververhit:
(verwijderen gedurende
ong. 30 min. om
afkoeling toe te staan)
Batterij afwezig
Defecte batterij:
(verwijderen en vervangen
met een nieuwe batterij)
CONTROLE VAN DE OPLADER
Indien de batterijgroep niet
correct opgeladen wordt:
• Controleer de uitgaande stroom met
een ander werktuig. Verzeker u ervan
dat de stekker niet geïsoleerd is.
• Controleer of de contacten van de oplader niet
zijn kortgesloten door vuil of andere materialen.
Als de batterij in de oplader wordt
geplaatst wanneer deze warm is of
oververhit raakt, kan het LED-lampje
op de oplader ROOD oplichten.
Als deze situatie zich voordoet, laat u de
batterij ongeveer 30 minuten lang afkoelen.
OPMERKING Als de batterij en de oplader
gedurende langere tijd niet zullen worden
gebruikt, verwijdert u de batterij uit de oplader
en trekt u de stekker uit het stopcontact.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
• BEWAAR DEZE GEVAARSINSTRUCTIES:
1
VOLG DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG
OM HET RISICO OP BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOK TE VERKLEINEN.
• Alvorens de oplader te gebruiken, moet u de
beschikbare spanning in elk land controleren.
3
6. REINIGING
Om het risico op brand, schokken
of elektrische schokken te voorkomen:
• Gebruik geen vochtige doeken
of reinigingsmiddelen op de
batterij of batterijlader.
• Verwijder altijd de batterijgroep voordat u het
werktuig reinigt, inspecteert of onderhoudt.
Reinig de buitenkant van de oplader met
een droge en zachte doek. Spoel niet
met pompen en reinig niet met water
NL - 5
●
Groen
●
Rood
○
Uit
☼
Rood knipperlicht