• Gebruik het product niet in een vochtige omgeving en verm d spatwater.
• Knik of klem de kabel niet.
• T dens de omgang met en b de montage van het product nooit geweld of grote krachten gebruiken.
• Let erop dat geen componenten, zoals de airbag, andere veiligheidsvoorzieningen, bedieningselementen,
instrumenten, enz., of het vr e zicht, bedekt of beperkt z n.
• Controleer vóór elke rit de veilige montage van het product.
• Laat u in een motorvoertuig niet door uw product a eiden en let op de verkeerssituatie en uw omgeving.
• Trek, voor het loskoppelen van de kabel, direct aan de stekker en nooit aan de kabel.
Gevaar voor een elektrische schok
• Open het product niet en gebruik het niet meer b beschadigingen.
• Gebruik het product niet indien de
adapter, de aansluitkabel of de netkabel is beschadigd.
• Probeer het product niet zelf te onderhouden of te repareren. Laat onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden door vakpersoneel uitvoeren.
Plaats geen pinpassen of soortgel ke kaarten met magnetische strips
of magnetisch gevoelige objecten op het product.
De gegevens op de kaarten kunnen beschadigd raken of worden gewist.
Waarschuwing
Verzeker u ervan dat er zich aan de achterkant van uw apparaat geen metalen onderdelen (b v. metalen
plaatje voor magneethouder) bevinden. Metaal wordt in het veld van de inductie-oplader zeer heet en kan
uw eindapparaat en/of de oplader beschadigen.
4. Het product in gebruik nemen
Waarschuwing
• Sluit het product alleen aan op een daarvoor geschikt en intact stopcontact. Het stopcontact moet in de
buurt van het product z n aangebracht en goed bereikbaar z n.
• Het product met behulp van de schakelaar in/uit van het net scheiden - indien er geen schakelaar is,
trekt u de voedingskabel aan de stekker uit het stopcontact.
• Let erop dat b meervoudige stopcontacten de aangesloten verbruikers niet het toegestane totale
opgenomen vermogen overschr den.
• Als u het product gedurende langere t d niet gebruikt, haal dan de stekker uit het stopcontact.
Aanwijzing
• Om uw eindapparaat via de draadloze oplader op te kunnen laden, moet het compatibel z n met de
inductie-oplaadtechnologie. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanw zing van uw eindapparaat.
• Houd er rekening mee dat hoesjes voor mobiele telefoons, covers etc. en andere materialen die zich
tussen de draadloze oplader en de achterkant van uw apparaat bevinden het oplaadproces verstoren of
zelfs verhinderen.
• Sluit de meegeleverde USB-C-kabel aan op de USB-C-ingang (1) van de inductieve oplader en een geschikte
USB-oplader. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanw zing van de USB-oplader.
Aanwijzing
• Het maximale laadvermogen van 10W wordt alleen met een Qualcomm-snellader (5V/2A, 9V/1,67A)
bereikt.
• De actieve stroomvoorziening wordt bevestigd door kort rood branden van de status-led (2).
19