2.
Draai de schroef (22) tegen de wijzers van de klok
in om de speling te compenseren, zonder de op-
en neerbeweging van de spil te beïnvloeden (een
geringe speling is normaal).
3.
Draai de contramoer (21) weer vast.
Werkstuk spannen
Span werkstukken in principe met behulp van een
machinebankschroef of met een geschikt spanmiddel
goed vast. Werkstukken nooit met de hand vasthouden!
Tijdens het boren moet het werkstuk op de boortafel
(4) kunnen worden bewogen, zodat de zelfcentrering
kan plaatsvinden. Werkstuk absoluut beveiligen tegen
verdraaien. Dit geschiedt het beste door het werkstuk
te plaatsen, resp. de machinebankschroef tegen een
vaste aanslag te schuiven.
Let op! Plaatdelen moeten worden ingespannen zo-
dat deze niet omhoog kunnen worden gescheurd. Stel
de boortafel afhankelijk van het werkstuk op de juiste
hoogte en hoek in. Tussen de bovenkant van het werk-
stuk en de boorpunt moet voldoende afstand over blij-
ven.
Werksnelheden
Let tijdens het boren op het juiste toerental. Dit is af-
hankelijk van de boordiameter en het materiaal.
De onderstaande lijst helpt u bij het kiezen van de toe-
rentallen voor de verschillende materialen.
De aangegeven toerentallen zijn slechts een richt-
waarde.
ø boor
Gietijzer
Staal
3
2550
1600
4
1900
1200
5
1530
955
6
1270
800
7
1090
680
8
960
600
9
850
530
10
765
480
11
700
435
12
640
400
13
590
370
14
545
340
16
480
300
18
425
265
20
380
240
IJzer
Aluminium
Brons
2230
9500
8000
1680
7200
6000
1340
5700
4800
1100
4800
4000
960
4100
3400
840
3600
3000
740
3200
2650
670
2860
2400
610
2600
2170
560
2400
2000
515
2200
1840
480
2000
1700
420
1800
1500
370
1600
1300
335
1400
1200
www.scheppach.com
22
350
220
25
305
190
Verzinken en kernboren
Met deze tafelboormachine kunt u ook verzinken of
kernboren. Let hierbij op dat het laten zakken met de
laagste snelheid moet gebeuren, terwijl voor het kern-
boren een hoge snelheid is vereist.
Houtbewerking
Houd er rekening mee dat bij het werken met hout een
geschikte stofafzuiging moet worden gebruikt, omdat
houtstof gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid. Draag
bij werkzaamheden die stof produceren altijd een ge-
schikt stofmasker.
10. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften. De netaanslui-
ting van de klant en het gebruikte verlengsnoer
moeten eveneens aan deze voorschriften voldoen.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf
uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de
motor weer worden ingeschakeld.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Drukpunten, als aansluitkabels door venster- of
deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van het netsnoer.
• Snijplekken omdat over het netsnoer is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit de wand-
contactdoos is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de
isolatie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren het netsnoer
niet op het stroomnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitslui-
tend aansluitkabels met de aanduiding H05VV-F.
305
1300
1100
270
1150
950
NL | 77