Hendi 230268 Manual De Usuario página 29

Aansluiting op de waterleiding
ATTENTIE: De aansluiting op de waterleiding
moet worden gemaakt volgens de huidige veilig-
heidsnormen.
De vaatwasser wordt aangesloten op koudwa-
tertoevoer -max. 60°C/130°F. Indien u kiest voor
aansluiting op warmwatertoevoer, neem dan
contact op met de fabriek.
• De watertoevoerslang moet een klepventiel (te-
rugslagklep) volgens DIN 1988 hebben.
• De watertoevoerslang/-buis moeten worden
gespoeld voordat ze worden aangesloten op het
Aansluiting op de afvoer
• De afvoer gebeurt volgens het principe van
zwaartekracht (natuurlijke afvoer). De afvoer-
slang wordt rechtstreeks aangesloten op het
centrale afvoersysteem voorzien van een stan-
kafsluiter, ofwel moet rechtstreeks worden aan-
Aansluiting op het lichtnet
ATTENTIE: Alle elektrische werkzaamheden mo-
gen alleen worden uitgevoerd door een gekwalifi-
ceerd en competent persoon.
• De vaatwasser werkt op een specifieke spanning,
afhankelijk van het type vaatwasser.
• Naargelang de stroomeisen van het apparaat
moet de geschikte stroom worden toegevoerd (de
aansluiting op het lichtnet moet worden uitge-
voerd door een erkend elektricien). Er moet wor-
Aansluiting beschermleiding en spanningscompensatie
• De elektrische veiligheid van dit apparaat wordt
alleen gewaarborgd als de beschermleiding juist
is aangesloten en getest. Hierbij moet worden
voldaan aan de overeenkomstige voorwaarden
(zie paragraaf 1.5).
• Bovendien dient het apparaat worden aangeslo-
ten op een spanningscompensatiesysteem.
• Aan de achterkant van het apparaat zit daarom
apparaat.
• De watertoevoerslang/-buis moeten een mini-
male binnendiameter van 16 mm hebben en de
aansluiting van de slang moet 3/4 inch zijn.
• Alle sluitstukken van de slang moeten in een vas-
te positie worden gezet voordat het apparaat in
gebruik wordt genomen.
• De vaatwasser mag alleen worden aangesloten
op een goed werkende ontharder.
ATTENTIE: De waterdruk moet tussen 2 en 5 bar
liggen.
gesloten op een afvoerput in de grond, voorzien
van stankafsluiter.
ATTENTIE: De afvoerslang mag niet hoger gemon-
teerd worden dan een 650 mm gemeten vanaf de
onderste rand van de dispenser van het apparaat.
den voldaan aan de voorschriften van de norm
DIN, VDE, D100, aan de aansluitingsvoorwaarden
van het elektriciteitsbedrijf, de relevante veilig-
heidsregels ZH 1/37, hoofdstuk 7.2 – alsmede de
geldende voorschriften voor ongevallenpreventie.
• Het apparaat kan vervolgens worden aangesloten
op een elektrische inrichting met een constante
stroomtoevoer met behulp van een kabel van het
type HO7 RN-F met trekontlasting.
een schroef met de aanduiding "voltage compen-
sation".
• Nadat het apparaat elektrisch is aangesloten,
dient de werking van de beschermleiding, de
spanningscompensatie en de isolatiewaarde te
worden gecontroleerd volgens de bestaande be-
palingen van DIN VDE.
NL
29