DeWalt DCF900 Traducción De Instrucciones Originales página 77

Ocultar thumbs Ver también para DCF900:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 36
Accu's met vermogenmeter (Afb. B)
Er zijn accu's van de merken D
en deze bestaat uit drie groene LED‑lampjes die een aanduiding
geven van de resterende lading van de accu.
U kunt de vermogenmeter activeren door de knop 
de vermogenmeter ingedrukt te houden. Een combinatie van
de drie groene LED‑lampjes gaat branden en dat geeft een
aanduiding van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
Wanneer de lading in de accu onder het bruikbare niveau
ligt, gaat de vermogenmeter niet branden en moet de accu
worden opgeladen.
OPMERkIng: De accumeter geeft slechts een indicatie van
de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. De indicator
geeft geen aanwijzingen over de functionaliteit van het
gereedschap en is onderhevig aan schommelingen afhankelijk
van productcomponenten, temperatuur en de toepassing door
de eindgebruiker.
Schakelaar voor variabele snelheid Aan/Uit
(Afb. A)
U kunt het gereedschap in werking zetten door de Aan/
Uit‑schakelaar in te knijpen 
uitschakelen door de Aan/Uit‑schakelaar los te laten. Uw
gereedschap is voorzien van een rem. Het aambeeld stopt
wanneer u de Aan/Uit‑schakelaar geheel loslaat. Met de
schakelaar voor variabele snelheid kunt u de beste snelheid voor
een bepaalde toepassing selecteren. Hoe verder u de schakelaar
inknijpt, des te sneller werkt het gereedschap. Gebruik de
variabele snelheid alleen als u begint te boren of schroeven, dat
komt de levensduur van het gereedschap zeer ten goede.
OPMERkIng: U kunt het gereedschap beter niet voortdurend
in het variabele snelheidsbereik gebruiken. Hierdoor kan de
schakelaar beschadigd raken en u kunt het beter vermijden.
Knop vooruit/achteruit (Afb. A)
De knop vooruit/achteruit 
 2 
gereedschap draait en dient ook als vergrendelingknop.
Om vooruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los en
drukt u de vooruit/achteruit knop aan de rechterkant van het
gereedschap in.
Om achteruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los
en drukt u de vooruit/achteruit knop aan de linkerkant van het
gereedschap in.
De middenpositie van de controleknop vergrendelt het
gereedschap in de 'uit' stand. Zorg ervoor dat u de trekker
loslaat als u de stand van de controleknop wijzigt.
OPMERkIng: De eerste keer als het gereedschap draait
nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u misschien een klik
bij het opstarten. Dit is normaal en betekent niet dat er een
probleem is.
Werklicht (Afb. A, C)
Het werklicht 
 6 
wordt ingeschakeld wanneer de schakelaar
variabele snelheid 
 1 
wordt ingedrukt. U kunt door de e
werklidhtschakelaar 
 9 
 herhaaldelijk in te drukken de standen
Verlichting laag, Verlichting hoog en Verlichting uit doorlopen.
WALT met een vermogenmeter
e
 11 
. U kunt het gereedschap
 1 
bepaalt de richting waarin het
OPMERkIng: Het werklicht is bedoeld voor het verlichten
van het werkoppervlak in de onmiddellijke nabijheid en
het is niet de bedoeling dat u het licht gebruikt zoals u een
zaklantaarn gebruikt.
van
Standenselectie (Afb. A, C)
Uw gereedschap is uitgerust met een
standenkeuzeschakelaar 
snelheden of de Precision Wrench™‑stand kunt selecteren.
Selecteer de stand op basis van het vereiste toerental/koppeling
en regel de snelheid van het gereedschap met de schakelaar
voor de variabele snelheid 
Precision Wrench™ (Afb. C)
Behalve de standen voor slagkracht bij lage snelheid is dit
gereedschap voorzien van de stand Precision Wrench™, die
de gebruiker meer controle geeft bij vast‑ en losdraaien.
In voorwaartse richting zal het gereedschap vastzetten bij
820 TPM tot de slagwerking begint. Het gereedschap zal dan
0,75 seconde wachten tot de slagkracht wordt ingezet op
2200 IPM, zodat de gebruiker meer controle heeft en er minder
kans is dat het bevestigingsmateriaal te vast wordt gezet of
wordt beschadigd.
In achterwaartse richting zal het gereedschap de slagkracht
inzetten bij een normale snelheid en 2200 IPM. Wanneer het
gereedschap detecteert dat het bevestigingsmateriaal los is
gekomen, zal het de slagwerking uitschakelen en de snelheid
laten afnemen zodat losraken van bouten of onderdelen
wordt voorkomen.
Stand
Stand Laag
Gemiddelde stand
Stand hoog
Precision Wrench™ Stand
Aambeeld (Afb. A, D)

WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend accessoires voor
slaggereedschap. Accessoires die niet geschikt zijn voor
slaggereedschap kunnen breken en dat kan leiden tot een
gevaarlijke situatie. Inspecteer accessoires voor gebruik
zodat u zeker weet dat er geen scheuren in zitten.

VOORZICHTIG: Controleer vóór het gebruik de
aambeelden en de clipringen. Ontbrekende of
beschadigde onderdelen moeten worden vervangen voor
u het gereedschap gebruikt.
Zet de schakelaar in de vergrendelde stand/uit‑stand (midden)
of neem de accu uit, voordat u accessoires wisselt.
Installeer een accessoire op het clipringaambeeld, door
het stevig op het aambeeld 
nEDERLanDs
 7 
waarmee u een van de drie
 1 
.
specificaties
Toepassing
Normale slagfunctie
0–650 vooruit
0–2300 achteruit
Gemiddelde
0–1040 vooruit
slagwerking
0–2300 achteruit
Slagkracht bij Hoge
0–2300 vooruit
Snelheid
0–2300 achteruit
Precision Wrench™
0–820 vooruit
0–2300 achteruit
 3 
te duwen. De clipring 
TPM
 12 
75

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido