Overschakelen naar het volgende
handmatige gebied
Druk in het handmatige bereik kort (minder
dan 1s) op de RANGE-knop. Laat de knop
los na een pieptoon.
Terugschakelen naar het automatische
bereik
Druk in het handmatige bereik kort (minder
dan 1s) op de RANGE-knop. Laat de knop
los na een pieptoon.
Relatieve waarde meting
Gebruik de RELATIVE-knop om de relatieve-waardefunctie in of uit te schakelen. De
multimeter MOET in het automatische bereik staan voordat de functie relatieve waarde
wordt gebruikt, tenzij deze is ingesteld voor mV-, continuïteits-, diode- of temperatuur-
metingen, die alleen in het handmatige bereik werken.
•
Wanneer de multimeter zich in automatisch bereik bevindt, activeert een lange
druk (meer dan 1s) op de RANGE/RELATIVE-knop de relatieve waardefunctie
(samen met handmatige bereikmodus).
•
In de relatieve modus verlaat een lange druk (meer dan 1 s) op de RANGE/
RELATIVE-knop de relatieve-waardefunctie en zet de multimeter terug in auto-
matisch bereik.
Relatieve waardemeting activeren
Houd in automatisch bereik (meer dan 1s)
de RELATIVE-knop ingedrukt totdat u een
dubbele pieptoon hoort.
Multimeter gaat tegelijkertijd
naar de relatieve en handmatige
Schakel de relatieve waardefunctie
uit en schakel terug naar de
automatische bereikmodus
Houd de RANGE-knop ingedrukt (meer
dan 1s) totdat u een dubbele pieptoon
hoort.
bereikmodi.
MANUAL RANGE
AUTORANGE
Wanneer de multimeter de
relatieve waardefunctie verlaat,
keert deze ook terug naar
automatisch bereik.
RELATIVE
MANUAL RANGE
NL
59