NL
6.2.3 Bedrading
Bedrading in het Smart Home Panel
Alle draden in de doos zijn gelabeld, 12 ingangsdraden, gelabeld '1 in - 10 in' 'Pro1 in, Pro2 in',
aangesloten op de stroomonderbrekers, 10 uitgangsdraden, gelabeld '1 out - 10 out', die aansluiten op
de fasedraden van de belasting, twee nuldraden die aansluiten op de aardnulrail in het hoofdpaneel en
de aarddraad die aansluit op de aardrail in het hoofdpaneel. Gebruikers moeten alle ingangs-, uitgangs-,
nul- en aarddraden aansluiten op de daarvoor bestemde connectoren in het SHP.
Ingangsconnectoren
Pro1, N1, N2, Pro2
OPMERKING
Twee nuldraden en de aarddraad moeten op het hoofdpaneel worden aangesloten om het SHP
correct en veilig te laten werken.
De maximale stroom voor circuit 1-4 is 30 A. De maximale stroom voor circuit 5-10 is 20 A. De
stroomwaarde van elk circuit mag niet worden overschreden. Plan de belastingscircuits op de juiste
manier. Als een niet-metalen buis wordt gebruikt voor de aansluiting tussen het hoofdpaneel en
het SHP, moet er in elke buis een aardgeleider aanwezig zijn. Er kunnen extra aarddraden worden
aangesloten tussen de aardrail in het hoofdpaneel en het SHP.
U kunt uw eigen draden gebruiken met de connectoren in plaats van de meegeleverde draad. Gebruik
een schroevendraaier om de connectoren te verwijderen, strip de draad, steek deze erin en zet hem vast
15
Uitgangsconnectoren
Aardrail