Bedieningsinstructies
• Opmerkingen: Inclusief twee glazen decanter van 1,8 liter en
25 koffiefilters.
1. Plaats het koffiezetapparaat op een stabiel, vlak oppervlak.
2. Plaats het filter in de houder.
NL
3. Open het deksel van het waterreservoir. Vul de koffiepot met
koud water en giet deze in het waterreservoir. Sluit vervol-
gens het deksel. Wacht 1 minuut tot het water de lucht uit
het apparaat heeft geduwd.
4. Plaats de lege glazen decanter op de onderste verwar-
mingsplaat.
5. Sluit de stekker aan op een geschikt stopcontact.
6. Druk eenmaal op de aan/uit-toets om het apparaat in te
schakelen en het RODE indicatielampje gaat branden om
aan te geven dat het kookproces is gestart.
7. HEET WATER begint binnenkort in de pot te druppelen.
8. Wanneer al het water door de machine is gegaan, gaat het
rode indicatielampje uit.
9. Druk op de aan/uit-toets om het apparaat uit te schakelen.
10. Herhaal stap 5 tot en met 9 een paar keer om het apparaat
grondig te reinigen voordat u voor het eerst koffie zet.
11. Het is normaal dat er tijdens dit proces stoom ontsnapt en
dat het druppelende water gorgelende geluiden maakt.
12. Laat het apparaat enkele minuten afkoelen.
13. Verwijder de glazen decanter van de verwarmingsplaat.
Houd het alleen vast met de handgreep. Gevaar voor brand-
wonden!
14. Gooi het water uit de eerste paar kookcycli weg om eventue-
le resten uit het productieproces te verwijderen.
15. Reinig het apparaat daarna.
Opmerking: Giet nooit heet water in het waterreservoir.
Koffie zetten
Opmerking: Om koffie te zetten met dit apparaat is een koffie-
filter vereist. Koffiefilters Ø 25 cm (x25, meegeleverd). Gebruik
dit apparaat niet als er geen koffiefilter is geplaatst.
Volg deze stappen om koffie te zetten:
1. Plaats het koffiefilter (meegeleverd) in de filterpan. Voeg de
gewenste hoeveelheid gemalen koffie toe, afhankelijk van
uw smaak. De aanbevolen hoeveelheid is 75-90 gm per pot
water (1,6-1,8 liter).
2. Plaats de filterpan in de houder.
3. Vul de koffiepot (glasdecanter, vacuümpot of thermos, af-
hankelijk van het modeltype) met de gewenste hoeveelheid
water en giet deze in het waterreservoir. Sluit vervolgens
het deksel van het waterreservoir.
4. Plaats de lege glazen decanter op de onderste verwar-
mingsplaat.
5. Sluit de stekker aan op een geschikt stopcontact.
6. Druk eenmaal op de aan/uit-toets om het apparaat in te
schakelen en het RODE indicatielampje gaat branden om
aan te geven dat het brouwproces is gestart.
7. Na enige tijd begint koffie in de koffiepot te druppelen.
8. Wanneer al het water door de machine is gegaan, gaat het
rode indicatielampje uit.
9. Om de glazen decanteerbak warm te houden, moet het ap-
paraat ingeschakeld blijven.
10. Verwijder de glazen decanteerbak van de verwarmingsplaat
en giet de koffie voorzichtig om ervoor te zorgen dat er geen
warme koffie wordt gemorst. Houd alleen de handgreep van
de glazen decanteerbak vast. Gevaar voor brandwonden!
14
11. Het duurt ongeveer 5 tot 6 minuten om één glazen decanter
koffie te zetten.
12. Er is nog een verwarmingsplaat aan de bovenkant. U kunt
de kant-en-klare glazen decanter erop plaatsen en op de
verwarmingsknop drukken om deze te bedienen en warm
te houden. Zodat u tegelijkertijd een andere glazen decan-
ter koffie kunt zetten met behulp van de onderste verwar-
mingsplaat.
13. Het apparaat heeft een overloopslang om extra water in het
reservoir te laten ontsnappen, maar omdat het koffiereser-
voir slechts 1,8 liter water kan bevatten, raden we u aan het
reservoir nooit met meer dan 1,8 liter water te vullen.
14. Er blijft altijd wat water achter in de machine en in de bui-
zen. Als u het apparaat lange tijd niet gebruikt of verplaatst,
kunt u het beste het apparaat legen en reinigen voordat u
het opbergt.
15. Als u het apparaat hebt geleegd (zoals aanbevolen in nr. 10
hierboven), moet u stap 1-7 van Het apparaat klaarmaken
voor gebruik herhalen voordat u het opnieuw gebruikt.
16. Als u het apparaat kort niet hebt gebruikt, spoel het dan
vóór gebruik uit met schoon water.
Vergeet niet het apparaat na gebruik uit te schakelen.
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van het elektrici-
teitsnet en koel het af voordat u het opbergt, reinigt en on-
derhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er een elektrische schok kan ontstaan.
• Als het apparaat niet in een goede staat van reiniging wordt
gehouden, kan dit een negatieve invloed hebben op de levens-
duur 0van het apparaat en leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit het
apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed wordt
gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden tot een
gevaarlijke situatie tijdens het gebruik.
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om hygiënische redenen moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloei-
stoffen.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuursponzen
of reinigingsmiddelen die chloor bevatten. Gebruik voor het
reinigen geen staalwol, metalen keukengerei of scherpe of
puntige voorwerpen. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen!
• Reinig en ontkalk de ketelbasis regelmatig (zie hoofdstuk
"Ontkalken")
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
Onderhoud
• Controleer regelmatig de werking van het apparaat om ern-
stige ongevallen te voorkomen.
• Als u ziet dat het apparaat niet goed werkt of dat er een pro-
bleem is, stop dan met het gebruik, schakel het uit en neem
contact op met de leverancier.