3. Bevestig de afvoerslang.
Attentie:
Zorg ervoor dat de slang op geen enkel punt hoger is dan de slangaansluiting op het
•
apparaat, zodat het water ongestoord kan wegstromen.
Zorg ervoor dat de afvoerslang niet geknikt of verstopt is. Controleer dit regelmatig.
•
Het apparaat moet na elk gebruik en vóór het aanbrengen of verwijderen van de accessoires
worden uitgeschakeld en van het net worden losgekoppeld door na het uitschakelen de
netstekker uit de contactdoos van het aardcontact te trekken. Laat het apparaat afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u het reinigt en/of opbergt.
Automatisch ontdooisysteem
De luchtontvochtiger is uitgerust met een temperatuurafhankelijke ontdooifunctie.
Bij een kamertemperatuur tussen 5°C en 12°C begint het apparaat om de 30 minuten te
ontdooien.
Bij een kamertemperatuur tussen 13°C en 20°C begint het apparaat om de 45 minuten te
ontdooien.
Aanbevelingen voor het drogen met de Comedes LTR 100
NEO
Om een optimaal ontvochtigingsresultaat te bereiken met de LTR 100 NEO met de laagst
mogelijke
energie-input, geven wij de volgende informatie:
Aangezien deze handleiding slechts beperkte hulp kan bieden, raden wij u aan om voor meer
informatie terecht te komen op www. comedes. comedes. om bij te praten.
Grondbeginselen van ontvochtiging met de Comedes LTR 100 RVA
De luchtontvochtiger werkt net als een koelkast met een koelmachine. Hierdoor ontstaat een
koud oppervlak (op de verdamper) waarop het water condenseert. Afhankelijk van de
luchtvochtigheid en de omgevingstemperatuur condenseert het water bij de
dauwpunttemperatuur. Om de luchtontvochtiger te kunnen ontvochtigen, moet het koude
oppervlak onder de dauwpunttemperatuur liggen. Omdat het water zou bevriezen bij negatieve
dauwpunttemperaturen, kan de luchtontvochtiger alleen werken bij positieve
dauwpunttemperaturen. Om dit te garanderen is de luchtontvochtiger uitgerust met een
modern, temperatuurgestuurd automatisch ontdooisysteem dat de temperatuur van de
verdamper tussen de 0 en 5°C houdt. De luchtontvochtiger is uitgerust met een
temperatuurregelingssysteem dat de temperatuur van de verdamper tussen 0 en 5°C houdt.
De luchtontvochtiger is uitgerust met een temperatuurregelingssysteem. Om goed te kunnen
ontvochtigen, moet de dauwpunttemperatuur boven de 5°C liggen. Als de
dauwpunttemperatuur lager is, is ontvochtiging niet of slechts zeer inefficiënt mogelijk. Met de
volgende tabel kunt u de dauwpunttemperatuur in uw geval bepalen.
NL-13
4. Plaats het waterreservoir weer in het toestel
aan de uitgang van de lekbak en de slang
erdoorheen te leiden de uitsparing van de afvoerpijp.
www.comedes.com