5.7
Een houder gebruiken (niet meegelev.)
Het is raadzaam om een houder te gebruiken wanneer de flexibele as wordt gebruikt.
Bevestig het toestel aan de houder met een geschikte bevestigingsring.
6.
Reiniging en onderhoud
6.1
Algemeen
•
Trek de stekker uit het stopcontact voordat er onderhoud aan het gereedschap
wordt uitgevoerd.
•
Houd de behuizing en de accessoires proper. Verwijder olie en vet met een milde
zeep en een vochtige (niet vochtige) doek. Remvloeistof, benzine, producten op
basis van petroleum, kruipolie, enz. mogen nooit in contact komen met kunststof
onderdelen. Deze chemicaliën bevatten namelijk stoffen die kunststof kunnen
beschadigen, verzwakken of aantasten.
•
Controleer regelmatig of de bevestigingsschroeven stevig vastzitten. Draai losse
schroeven onmiddellijk vast, anders kan er ernstig letsel ontstaan.
•
Zorg ervoor dat de wikkeling niet beschadigd raakt en/of wordt aangetast door olie
of water.
•
De koolborstels moeten om de 2 tot 6 maanden worden gecontroleerd, afhankelijk
van het gebruik, en vervangen wanneer deze versleten zijn. De koolborstels moeten
om de 2 tot 6 maanden worden gecontroleerd, afhankelijk van het gebruik, en
vervangen wanneer deze versleten zijn. Overmatige slijtage van de borstels kan de
motor beschadigen en moeten vervangen worden wanneer deze tot aan de
slijtgrensmarkering zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg ervoor dat
ze vrij kunnen bewegen in de houders.
•
Houd de ventilatieopeningen en de binnenkant van het gereedschap vrij van stof en
vuil. Hiervoor gebruikt u het best een luchtpistool. Dit vermindert het risico op
kortsluiting en zorgt voor een goede koeling van het gereedschap. Draag altijd een
veiligheidsbril bij het reinigen van gereedschappen met perslucht.
•
Controleer regelmatig het netsnoer en laat dit in geval van beschadiging vervangen
door een erkend vakman.
•
Het gereedschap is in de fabriek gesmeerd. Hierdoor is er geen smering meer nodig
bij normaal gebruik.
•
Onderhoud, wijziging of onderhoud waarvoor het gereedschap moet worden
gedemonteerd, mag alleen door een erkend servicecentrum worden uitgevoerd.
6.2
Accessoires
•
Gebruik alleen toebehoren die door de fabrikant zijn aanbevolen. Gebruik van het
elektrische gereedschap voor werkzaamheden die anders zijn dan het bedoelde
gebruik, kunnen leiden tot een gevaarlijke situatie.
•
Geaarde verlengkabels moeten op geaarde stopcontacten worden aangesloten.
•
Wanneer u een verlengsnoer gebruikt, zorg er dan voor dat u er één gebruikt dat
zwaar genoeg is om de stroom te dragen voor uw elektrisch gereedschap. Een te
dun verlengsnoer veroorzaakt een daling van de netspanning met als gevolg verlies
van vermogen en oververhitting. Hoe kleiner de afmeting, hoe zwaarder het snoer.
V. 04 – 22/11/2022
VTHD09
21
©Velleman Group nv