LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
► Fig.2: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING: Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys-
teem in werking is getreden.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu wordt gebruikt
op een wijze die ertoe leidt dat er een abnormaal
sterke stroom wordt onttrokken, stopt het gereedschap
automatisch zonder indicatie. Schakel in dit geval
het gereedschap uit en stop de toepassing die ertoe
geleid heeft dat het gereedschap overbelast is geraakt.
Schakel vervolgens het gereedschap in om het opnieuw
op te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit raakt,
stopt het gereedschap automatisch. Laat in dit geval het
gereedschap en de accu afkoelen voordat u het gereed-
schap weer inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
Beveiliging tegen andere oorzaken
Het beveiligingssysteem is ook ontworpen voor andere
oorzaken die het gereedschap kunnen beschadigen,
en zorgt ervoor dat het gereedschap automatisch stopt.
Voer alle volgende stappen uit om de oorzaken op te
heffen, wanneer het gereedschap tijdelijk is onderbro-
ken of tijdens het gebruik is gestopt.
1.
Schakel het gereedschap uit en schakel het
daarna weer in om het opnieuw te starten.
2.
Laad de accu('s) op of vervang hem/ze door (een)
opgeladen accu('s).
3.
Laat het gereedschap en de accu('s) afkoelen.
Als geen verbetering optreedt nadat het beveiligings-
systeem is gereset, neemt u contact op met uw lokale
Makita-servicecentrum.
De trekkerschakelaar gebruiken
LET OP:
Voorkom dat het gereedschap wordt
ingeschakeld terwijl het op het werkstuk of op uw
werkbank staat. Dit kan persoonlijk letsel of schade
veroorzaken.
Het gereedschap in- en uitschakelen
Druk op de aan-uit-/toerentalkeuzeknop om het gereed-
schap in te schakelen. Het gereedschap begint te
draaien op het hoogste toerental.
Druk op de stopknop om het gereedschap uit te
schakelen.
► Fig.3: 1. Aan-uit-/toerentalkeuzeknop 2. Stopknop
Het toerental van het gereedschap
veranderen
Het toerental kan worden ingesteld op twee niveaus:
hoog en laag. Kies de instelling afhankelijk van de
toepassing en werklast.
Druk terwijl het gereedschap is ingeschakeld op de
aan-uit-/toerentalkeuzeknop om de toerentalinstelling
te veranderen.
► Fig.4: 1. Aan-uit-/toerentalkeuzeknop
41 NEDERLANDS