6. FUNCTIES VAN DE DRAAGBARE AIRCONDITIONER
6.1 BEDIENINGSPANEEL
Geeft temperatuur/tijd weer
1
AAN/UIT zetten
2
Timer
3
Lamellen
4
Modusselectie
5
Temperatuur of timer aanpassen
6
7. BEDIENINGSINSTRUCTIES
Sommige van de volgende instructies
kunnen uitsluitend worden gebruikt
door gebruik te maken van het
bedieningspaneel.
7.1 Gebruik van het
bedieningspaneel
AAN/UIT zetten
Schakel het systeem in door lichtjes
het AAN/UIT-pictogram " " op het
bedieningspaneel van het systeem aan te
raken.
Verwarmingsmodus (op sommige
modellen)
In deze modus MOET de
uitlaatadapterslang worden gebruikt.
1. Druk op de 'MODE'-toets tot het
indicatielampje 'Heat' brandt.
2. Druk op de toets "ventilatorsnelheid" om
de gewenste ventilatorsnelheid uit de
volgende ventilatorsnelheden te kiezen:
"Auto" → "Min" → "Mid" → "Max" → "Auto".
3. Druk op de toets ' ━ ' of ' ✚ ' om de
gewenste temperatuur te selecteren.
4. Aangesloten afvoerslang. Raadpleeg
hoofdstuk 7.3 Afvoer.
10
2
3
4
5
1
6
7
8
Ventilatorsnelheid
7
automatische of droogmodus)
Filter resetten
8
Sleep
9
(Alleen beschikbaar in de automatische,
koel- of verwarmingsmodus)
Wifi-indicator
10
Indicatielampje schema
11
Koelmodus
In deze modus MOET de
uitlaatadapterslang worden gebruikt.
1. Druk op de 'MODE'-toets tot het
indicatielampje van de Koelmodus
brandt.
2. Druk op de toets "ventilatorsnelheid" om
de gewenste ventilatorsnelheid uit de
volgende ventilatorsnelheden te kiezen:
"Auto" → "Min" → "Mid" → "Max" → "Auto".
3. Druk op de toets ' ━ ' of ' ✚ ' om de
gewenste temperatuur te selecteren.
Het is niet nodig om de afvoerslang
in de mode 'Cool' te gebruiken.
Droogmodus
Druk op de 'MODE'-toets tot het
indicatielampje van de Droogmodus brandt.
Op het scherm wordt de kamertemperatuur
weergegeven.
Tegelijkertijd brandt het 'Min'-indicatielampje
van de ventilator.
Opmerking: In deze modus kan de
ventilatorsnelheid niet worden geselecteerd.
NEDERLANDS
133
11
9
(Niet beschikbaar in de