10. Handgreep
11. Schakelknop
12. AC-snoer
Opmerking: De inhoud van deze handleiding is van toepassing
op alle vermelde items, tenzij anders aangegeven. Het uiterlijk
kan afwijken van de getoonde afbeeldingen.
NL
Reserveonderdelen of accessoires
1. Meetbeker
2. Rijstschep
3. Niet-klevende panpad
Voorbereiding voor gebruik
• Verwijder alle beschermende verpakkingen en wikkels.
• Controleer of het apparaat in goede staat verkeert en alle
accessoires heeft. Neem in geval van onvolledige of bescha-
digde levering onmiddellijk contact op met de leverancier.
Gebruik het apparaat in dit geval niet.
• Reinig de accessoires en het apparaat voor gebruik (zie ==>
Reiniging en onderhoud).
• Zorg ervoor dat het apparaat volledig droog is.
• Plaats het apparaat op een horizontaal, stabiel en hittebe-
stendig oppervlak dat veilig is tegen waterspatten.
• Bewaar de verpakking als u van plan bent uw apparaat in de
toekomst op te bergen.
• Bewaar de gebruikershandleiding voor toekomstig gebruik.
OPMERKING! Vanwege productieresten kan het apparaat tij-
dens de eerste paar keer gebruik een lichte geur afgeven. Dit is
normaal en duidt niet op een defect of gevaar. Zorg ervoor dat
het apparaat goed geventileerd is.
Bedieningsinstructies
1. Meet rijst met de maatbeker.
• Was de rijst in een andere kom tot het water relatief hel-
der is. Zemelen kunnen gekookte rijst een aangename
geur geven. Was de rijst grondig en snel om de zemel
effectief te verwijderen.
2. LET OP! Vul geen rijst en water boven de 30 kopjes (of 5,4 l)
die in de binnenpan zijn gemarkeerd om morsen te voorko-
men.
Opmerking: De markeringen geven de hoeveelheid water
aan die moet worden toegevoegd in verhouding tot de hoe-
veelheid te koken kopjes rijst. Bijv. Als u 20 kopjes (of 3,6 l)
rijst in de binnenpan doet, vul dan water tot de markering
"20". Vul voor meer of minder rijst water volgens de marke-
ringen in de binnenpan.
3. Droog af en plaats de pan in het rijstfornuis. Zorg ervoor
dat de pan direct in contact staat met de verwarmingsplaat
door hem iets van rechts naar links te draaien totdat hij
goed past.
• Droog de buitenkant van de pan af voor gebruik. Een natte
pan kan tijdens het koken krakend geluid veroorzaken en
het apparaat beschadigen.
4. Sluit het deksel totdat het klikt. Als het deksel niet goed
gesloten is, wordt het kookresultaat beïnvloed.
5. Sluit het netsnoer aan op het fornuis en sluit het vervolgens
aan op de voeding. Druk de schakelaar omlaag. Het rode
lampje 'Kooken' gaat branden om het begin van het kook-
proces aan te geven.
6. Als de rijst klaar is, verschijnt de schakelaar. Het indica-
tielampje 'warm houden' gaat branden om aan te geven dat
14
de functie 'warm houden' is gestart.
7. Nadat de schakelaarknop verschijnt: laat het deksel min-
stens 15 minuten op het apparaat staan om de rijst te sto-
men. De rijst zal luchtiger zijn.
8. Druk op de knop om het deksel te openen en open vervol-
gens het deksel.
9. Schep en meng de rijst goed met de meegeleverde schep of
een houten of plastic schep. Gebruik geen metalen schep-
pen.
10. Sluit na het nemen van wat rijst het deksel en houd de rijst
warm. Als u de rijst een beetje wilt laten afkoelen, opent u
het deksel en haalt u de stekker uit het stopcontact om de
rijst in de binnenpan te laten afkoelen.
11. Dit rijstfornuis is geschikt voor maximaal 30 kopjes (180 ml)
droge rijst.
AANDACHT! Tijdens het kookproces ontsnapt hete stoom uit de
stoomopening. Gevaar voor verbranding! Bedek het apparaat
niet tijdens gebruik met een doek of andere voorwerpen.
Vochtcollector
(Afb. 2 op pagina 3)
Loskoppelen van de onderscheppingstank:
• Pak beide zijden van de opvangtank vast en trek eraan.
Bevestiging van de onderscheppingstank:
• Steek de bovenrand in de kannelure van de opvangtank en
druk deze erop.
Na elk gebruik moet de waterdruppel-interceptietank worden
losgemaakt en geleegd!
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel het af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er een elektrische schok kan ontstaan.
• Als het apparaat niet in een goede staat van reiniging wordt
gehouden, kan dit een negatieve invloed hebben op de levens-
duur 0van het apparaat en leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit het
apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed wordt
gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden tot een
gevaarlijke situatie tijdens het gebruik.
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloei-
stoffen.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuursponzen
of reinigingsmiddelen die chloor bevatten. Gebruik voor het
reinigen geen staalwol, metalen keukengerei of scherpe of
puntige voorwerpen. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen!
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.