5. BEKABELING VOOR MODULO CONTROL
• Een kabel met dubbele isolatie en max. buitendiameter 5,5 mm (0,5 mm² doorsnede)
die niet langer is dan 20 meter wordt aanbevolen.
• Leid de kabel door een van de pakkingbussen aan de rechterzijde van het
bedieningspaneel (zwakstroom).
Tot en met serienummer M225119999, jaar 2011
•
Voor verwarmingsketels tot en met serienummer M225119999 jaar 2011: sluit de kabels
aan op de klemmen OT van het 12-polige aansluitblok, zwakstroom. (aansluitblok
verbonden met de LMU).
•
Voor de verwarmingsketels vanaf serienummer M231110001 jaar 2011: verbind de kabels van de X10-01
connector (OT op het oude aansluitblok) rechtstreeks met de LMU.
00MSA0081-D
B3
M
B9
M
Gebrek-aan-waterbeveiliging (droog contact 26 V)/temperatuurbegrenzer
CD +
rookgassen.
CD
Niet gebruiken als regelcontact, enkel te gebruiken voor een langdurige
RT
onderbreking.
RT +
De shunt moet verwijderd worden als er een aansturing van 0-10 V actief is.
OT
OT
Buitenvoeler (QAC 34)
(Handelsreferentie toestel: 059260).
Warmwatervoeler (QAZ 36). Standaard te gebruiken
(Handelsreferentie toestel: 059261).
Kamerthermostaat directe verwarmingskring (droog contact 26
V)*
Regelbare omgevingsvoeler (QAA 73).
(Handelsreferentie toestel: 059262)
Handleidingen Omgevingsvoeler QAA 73
Vanaf serienummer M231110001, jaar 2011
Warmwatervoeler laagspanning (QAZ 36).
(handelsreferentie toestel: 059261)
Buitenvoeler (QAC 34)
(Handelsreferentie toestel: 059260
Regelbare omgevingsvoeler (QAA 73).
(Handelsreferentie toestel: 059262)
Pakkingbuss
)
pagina 27/48