6. BEKABELING VOOR SERIE G
• Een kabel met dubbele isolatie en max. buitendiameter 5,5 mm (0,5 mm² doorsnede)
die niet langer is dan 20 meter wordt aanbevolen.
• Leid de kabel door een van de pakkingbussen aan de rechterbovenzijde van de
verwarmingsketel die voorbehouden zijn voor zwakstroom.
•
Voor verwarmingsketels tot en met serienummer B225119999, jaar 2011: sluit de kabels
aan op de klemmen OT van het 12-polige aansluitblok, zwakstroom (aansluitblok
verbonden met de LMU).
•
Voor de verwarmingsketels vanaf serienummer B231110001 jaar 2011: verbind de kabels
van de X10-01 connector (OT op het oude aansluitblok) rechtstreeks met de LMU.
00MSA0081-D
00GNO9003
Warmwatervoeler (QAZ 36).
(handelsreferentie toestel: 059261)
Buitenvoeler (QAC 34)
(Handelsreferentie toestel: 059260)
Gebrek-aan-waterbeveiliging (droog contact
26 V)/temperatuurbegrenzer rookgassen.
Neutralisator overtollig condensaat
Kamerthermostaat directe verwarmingskring (droog contact 26
V)*
Regelbare omgevingsvoeler (QAA 73).
(Handelsreferentie toestel: 059262)
Buitenvoeler (QAC 34)
(Handelsreferentie toestel: 059260).
Warmwatervoeler (QAZ 36). Standaard te gebruiken
(Handelsreferentie toestel: 059261).
Kamerthermostaat directe verwarmingskring (droog contact 26
V)*
Regelbare omgevingsvoeler (QAA 73).
(Handelsreferentie toestel: 059262)
Handleiding Omgevingsvoeler QAA 73
Zone voor het inbrengen
van de sondekabel
pagina 28/48