Descargar Imprimir esta página

HUSTLER SMOOTHTRAK STEERING FasTrak 930529CE Manual Del Operador página 350

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 159
Suggesties voor gebruik
Een onervaren bestuurder mag niet maaien op hell-
CZ
ingen of oneffen terrein.
Voordat een onervaren bestuurder probeert op nor-
male snelheid te werken, moet hij of zij:
• goed vertrouwd raken met het correcte geb-
ruik en de correcte bediening van de apparat-
DA
uur.
• de handleiding volledig en grondig doorlezen.
• hebben geprobeerd langzaam bewegende
manoeuvres.
DE
Als u de controle over het stuur verliest terwijl u de
machine gebruikt, moet u de stuurbedieningshen-
dels onmiddellijk in de parkeerstand zetten. Inspect-
eer de machine en neem contact op met uw
Hustler
-dealer om het probleem op te lossen voor-
®
EN
dat u verdergaat.
De stuurbedieningshendels van de eenheid zijn erg
gevoelig: Rustig aan! Verplaats de hendels lang-
zaam en vermijd plotselinge bewegingen voor een
ES
vlot gebruik. Een vakkundig en gemakkelijk geb-
ruik verkrijgt u door praktijkervaring. De machine
kan zeer snel ronddraaien. Ga voorzichtig te werk
wanneer u draait en vertraag alvorens scherpe
bochten te maken.
FR
Onervaren bestuurders hebben de neiging om te oversturen
en de controle te verliezen. Oefen met langzame manoeuvres
bij lage toerentallen van de motor (stationair) op een vlakke
ondergrond in een open gebied alvorens op normale snelheid
proberen te werken.
IT
Diepe gaten of verhoogde obstakels (zoals goten
of stoepranden) mogen niet direct worden bena-
derd met hoge snelheid om erover proberen te
"springen", omdat de bestuurder dan uit de
machine kan worden geworpen. Nader langzaam
en draai één wiel schuin aan de obstructie. Ga
NL
door met schuinrijden tot het wiel erover is en
draai vervolgens het tegenovergestelde wiel om.
Wanneer u op zachte vochtige grond draait, moet u ervoor
zorgen dat beide wielen vooruit of achteruit blijven draaien.
Ronddraaien op één stilstaand wiel kan de grond beschadi-
PT
gen.
Duw het gaspedaal volledig in voor maximale prestaties.
Hiermee wordt maximaal vermogen aan de wielen en het dek
geleverd wanneer dit vereist is. De stand van het gaspedaal
regelt de messnelheid. Gebruik de bedieningshendels om de
SV
grondsnelheid te regelen in plaats van het toerental.
REV A
Houd de messen scherp. Vele problemen met incorrecte
maaipatronen zijn te wijten aan botte messen of messen die
niet correct zijn geslepen. Informatie over het slijpen van mes-
sen vindt u in het hoofdstuk Onderhoud van deze handleid-
ing. De scherpte van de messen moet dagelijks worden
gecontroleerd.
Werk nooit met messen terwijl de motor draait of
de
dekkoppelingsschakelaar
(aan).
Zet de dekkoppelingsschakelaar altijd in de uitges-
chakelde stand, zet de stuurbedieningshendels in
de parkeerstand, zet de motor uit en koppel de
negatieve accukabel los.
Blokkeer de maaier wanneer u er onder moet
werken.
Draag handschoenen wanneer u aan de messen
werkt.
Controleer altijd of het mes beschadigd is als de
maaier een steen, tak of ander vreemd voorwerp
raakt tijdens het maaien!
Zijuitworp dek – Richt de grasuitworp naar rechts, weg van
het ongemaaide gebied. Gewoonlijk betekent dit het gebruik
van een patroon van bochten naar links. Vermijd grasuitworp
op ongemaaid gebied. Afgemaaid gras maaien is een
onnodige belasting van de machine en vermindert de effi-
ciëntie van het maaien.
Maai wanneer u het gazon voor de eerste keer maait het gras
iets langer dan normaal om het afsnijden van bulten in het
terrein te vermijden. Wanneer u gras langer dan 15 cm maait,
is het raadzaam om het gazon twee keer te maaien om een
betere maaikwaliteit te verkrijgen.
Maai tijdens normaal maaien slechts ongeveer 1/3 van het
gras.
Varieer de maairichting om het gras recht te laten groeien
en het gemaaide gras beter te verspreiden.
Vergeet niet dat gras sneller/trager groeit op verschillende
tijdstippen van het jaar. Maai vaker in de vroege lente om
dezelfde maaihoogte te behouden. Maai naarmate het gras
trager groeit in de midzomer minder vaak. Maai als u niet
regelmatig kunt maaien op een hogere maaihoogte en maai
twee dagen later opnieuw op een lagere maaihoogte.
Verhoog de maaihoogte van de maaier als de maaibreedte
van de maaier breder is dan die van de vorige maaier. Hier-
door wordt oneffen grond niet te kort gemaaid.
Verhoog de maaihoogte van de maaier als het gras iets
langer is dan normaal of als het zeer vochtig is. Maai het
later opnieuw met een lagere maaihoogte.
Als de voorwaartse beweging van de machine moet worden
gestopt tijdens het maaien, is het mogelijk dat er een klont
afgemaaid gras op uw gazon valt. Ga om dit te vermijden
3-8
is
ingeschakeld
608622CE

Publicidad

loading