III. HANDLEIDING VOOR DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN VAN DE FIETS
De bestuurder moet voorwaarts trappen om ondersteuning te krijgen van de motor.
Er is een belangrijke veiligheidsvoorziening ingebouwd: deze elektrische fietsen geven
ondersteuning tot 25 km/u. Daarna schakelt de motor zichzelf uit. Er kan sneller worden
gefietst, maar dan op eigen krachten en zonder elektrische ondersteuning.
Start de fiets door de hoofdschakelaar aan de zijkant van de accu aan te zetten. Het
display op het stuur zal oplichten. De motor wordt pas ingeschakeld na een volledige
omwenteling van het tandwiel. Deze functie beschermt de motor en de controller tegen
schade en verlengt de levensduur van de elektrische onderdelen.
Inhoud:
1.
Structuur van een elektrisch ondersteunde fiets
2.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
3.
Bediening
4.
Installatie en gebruik van de accu
5.
Display en functies
6.
Gebruik en onderhoud van de accu
7.
Gebruik en onderhoud van de lader
8.
Gebruik en onderhoud van de elektrische naafmotor
9.
Onderhoud van de controller
10. Onderhoud van de uitschakelbediening van de remgreep
11.
Eenvoudige probleemoplossing
12. Elektrisch schema en specificaties
13. Belangrijkste technische specificaties
1.
Structuur van elektrische fietsen (zie deel I. Fig. 1)
2.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
•
Het dragen van een goedgekeurde helm die voldoet aan de lokale normen is aangera-
den.
•
Respecteer de plaatselijke wegcode wanneer u op de openbare weg rijdt.
•
Wees u bewust van het verkeer.
•
De bestuurder moet meer dan 14 jaar oud zijn.
•
Laat de fiets alleen onderhouden in erkende fietsenwinkels.
•
Regelmatig onderhoud zorgt voor een betere en veilige rijervaring.
•
Overschrijd nooit de maximumlading van 130 kg inclusief bestuurder.
•
Laat nooit meer dan één persoon plaatsnemen op de fiets.
•
Zorg ervoor dat de fiets regelmatig onderhouden wordt volgens deze handleiding.
•
Probeer nooit zelf een van de elektrische onderdelen te openen of te onderhouden.
Neem contact op met uw plaatselijke fietsenspecialist voor gekwalificeerd onderhoud
indien nodig.
•
Spring, race of stunt nooit met deze fiets en behandel hem altijd op de juiste manier.
•
Rijd nooit onder de invloed van verdovende middelen of alcohol.
•
Het gebruik van fietslichtjes is sterk aangeraden wanneer u in het donker, bij mist of bij
slechte zichtbaarheid fietst.
•
Maak de fiets schoon door het oppervlak schoon te vegen met een zachte doek. Erg
vuile stukken kunt u schoonmaken met een beetje neutrale zeep en water.
66/76