4. Installatie
• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke normen.
• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel controleren
door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig nakijken.
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan aanraken.
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van de
draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het gebruikte
materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft.
Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
• Ga voor de installatie na of de montageplaats 10 keer het gewicht van het toestel kan dragen.
• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0,5 m rond het toestel.
• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
• Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
• De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
Hoe installeren: Kies een geschikte installatieplaats. Maak de beugels aan de muur of aan het plafond vast (op
ongeveer 1550 mm van elkaar) met behulp van de meegeleverde schroeven en een geschikte schroevendraaier.
Klik de tl-buis in de beugels vast.
5. Gebruik
• Schakel het toestel in of uit met behulp van de ON/OFF schakelaar.
6. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bv. het plafond of het gebinte) mogen niet
vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels, aansluitingen niet verplaatsen etc.)
3. Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet onregelmatig bewegen.
4. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde technicus.
5. Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
6. Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solvent.
7. De gebruiker mag geen onderdelen vervangen.
8. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
7. Technische specificaties
Voeding
Verbruik
Afmetingen
Totaal gewicht
Lamp
Kleuren
Max. omgevingstemperatuur
Optioneel statief
De informatie in deze handleiding kan te allen tijde worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
NLROD3x_v2
230 VAC/50 Hz
max. 18 W
725 x Ø 35 mm
0,5 kg
20 W
blauw (NLROD2B), groen (NLROD2G), oranje (NLROD2O), rood
(NLROD2R), ultraviolet (NLROD2W), wit (NLROD2W), geel
(NLROD2Y)
45 °C
NLROD/ST
5
VELLEMAN