1
Algemene veiligheidsvoorschriften
Installeren en inbedrijfstelling
▶ Bij de installatie en het bedrijf de specifieke nationale voorschriften en normen
respecteren!
▶ De instructies in alle handleidingen moeten worden aangehouden. Indien deze
niet worden aangehouden kunnen materiële schade en lichamelijk letsel en zelfs
levensgevaar ontstaan.
▶ Bedieningseenheid alleen door een erkend installateur laten installeren en in be-
drijf laten stellen.
▶ Bedieningseenheid niet in vochtige ruimten installeren.
▶ Warmteproducent en andere toebehoren conform de bijbehorende handleidin-
gen installeren en in bedrijf stellen.
▶ Bedieningseenheid nooit op het 230 V net aansluiten.
▶ Voor de installatie van de bedieningseenheid: warmteproducent en alle andere
BUS-deelnemers over alle polen spanningsloos schakelen, borgen tegen onbe-
doeld herinschakelen en de spanningsloosheid controleren.
Schade door vorst
Wanneer de installatie niet in bedrijf is, kan deze bevriezen:
▶ Installatie bij buitentemperaturen onder 0 °C ingeschakeld laten.
▶ Wanneer de bedieningseenheid als regelaar wordt gebruikt, is geen vorstbeveili-
ging mogelijk. Een betrouwbare vorstbeveiliging kan alleen bij een weersafhanke-
lijke regeling worden gewaarborgd.
▶ Eventueel optredende storing direct oplossen.
2
Gegevens betreffende het product
Toepassingsmogelijkheden
•
Kamertemperatuurgestuurde regelaar (CO) voor installaties met een onge-
mengd cv-circuit
•
Zoneregelaar (SC) voor telkens een ongemengd cv-circuit met zonemodule en
maximaal 4 cv-circuits in installaties zonder master-bedieningseenheid
RC100 – 6720866081 (2016/10)
Algemene veiligheidsvoorschriften
1
13