BASISONDERDELEN
1.
Aan/uit-knop
2. °C/°F-knop
3. Modusknop
4. Laser/achtergrondverlichtingsknop
Overzicht van het scherm
A. HOLD, symbool voor beëindigde
meting
B. SCAN, symbool voor lopende met-
ing
C. Symbool voor laser aan
D. Symbool voor achtergrondverlicht-
ing aan
E. Symbool voor laag batterijniveau
F. CAL, symbool voor kalibratie
G. EMS, symbool voor emissievermo-
gen
H. MAX, symbool voor maximale met-
ing
I.
MIN, symbool voor minimale met-
ing
J. Symbool voor temperatuureenheid
K. Gemeten temperatuur
Laserstraling
Kijk nooit in de straal
Laserklasse 2
GEBRUIK
Druk op de aan/uit-knop (1) om de ther-
mometer aan te zetten.
Kies tussen weergave in Celsius en
Fahrenheit door op knop (2) te drukken.
Op het scherm wordt het symbool (J)
getoond voor de geselecteerde temper-
atuureenheid.
Richt de lens op het gebied waarvan de
temperatuur moet worden gemeten.
Druk de aan/uit-knop (2) in en houd
deze ingedrukt.
Tijdens het meten van de temperatuur
wordt op het scherm het symbool SCAN
(B) getoond.
Zodra u de aan/uit-knop loslaat, ver-
schijnt het symbool HOLD (A) op het
scherm om aan te geven dat de meting
is beëindigd. U kunt de temperatuur (K)
aflezen van het scherm.
Na 20 seconden wordt de thermometer
automatisch uitgeschakeld.
Laser
De thermometer maakt gebruik van een
onzichtbare infrarode straal.
Om precies te weten waar de meting
wordt gedaan, schakelt u de laserstraal
in door op knop (4) te drukken.
De laser op pictogram (C) wordt
weergegeven op het scherm.
Het meetpunt wordt nu gemarkeerd
met een glinsterende stip van de
laserstraal. De stip mag niet groter zijn
dan het punt dat moet worden geme-
ten. Indien dit wel het geval is, ga dan
dichter bij het meetpunt staan. Als het
belangrijk is een heel nauwkeurige
44