Instellingen:
De trage fruitpers heeft vijf instellingen.
-
" " (achteruit) draait in de tegenovergestelde
richting voor het vrijmaken van ingrediënten.
Deze functie helpt bij het schoonmaken van
het apparaat. De functie helpt te voorkomen
dat voedingsmiddelen vast komen te zitten in
de machine. De functie tilt de groenten en het
fruit omhoog. De achteruitfunctie beschermt
de fruitpers tegen het invoeren van teveel
ingrediënten, of hard geworden ingrediënten,
en corrigeert het onttrekkingsproces voor het
sap. Gebruik deze ongeveer 3 - 5 seconden en
stop het dan. Herhaal dit 2 - 3 keer.
-
"
": stopt de fruitpers na het voltooien van
het proces.
-
" ": voor vruchten- of groentensappen.
-
" ": voor ijsjes en smoothies met bevroren fruit.
-
" ": voor eenvoudig reinigen en het vrijmaken van ingrediënten.
1. Zorg ervoor dat het deksel goed vast zit in de juiste stand en dat de
bedieningsknop in de stand
2. Steek de stekker van het netsnoer van de fruitpers in het stopcontact.
3. Draai de bedieningsknop naar de stand " " of " " om het apparaat in te
schakelen. Als u de ijszeef gebruikt, kan het sap er door de uitvoer uitkomen, wat
normaal is.
4. Verwijder het duwstuk uit de trechter.
5. Zorg ervoor de sapdop goed is gesloten.
6. Stop de klaargemaakte ingrediënten een voor een in de trechter en duw het
duwstuk naar beneden. U krijgt de beste resultaten als u de trechter geleidelijk vult
door de ingrediënten langzaam naar beneden te duwen.
Voorzichtig! Druk de ingrediënten niet aan met iets anders dan het
meegeleverd duwstuk.
7. Als de fruitpers tijdens het gebruik stopt vanwege overbelading, draai dan de
bedieningsknop naar de stand " " om in de omgekeerde richting te draaien.
62
V.1.0
bediening
staat, voordat u de trage fruitpers start.