Descargar Imprimir esta página

PANCONTROL PAN 111 Manual De Instrucciones página 82

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 59
De  testkabels  hebben  een  eigen  weerstand  van  0,1Ω  tot  0,2  Ω,  die  het 
meetresultaat  beïnvloedt.  Om  een  beter  meetresultaat  te  bereiken  in  het 
bereik  tot  200  Ω,  sluit  u  de  meetleidingen  kort  en  noteert  u  de  weerstand. 
Deze waarde trekt u dan van de actueel gemeten waarde af. 
Bij  metingen  van  meer  dan  1  MΩ  kan  het  scherm  enkele  seconden  flikkeren 
tot de exacte waarde wordt getoond. 
 
Doorgangstest 
Opgelet:  Voor  het  vermijden  van  elektrische  schokken  schakelt  u  de 
stroom  van  het  te  testen  toestel  uit  en  ontlaadt  u  alle  condensatoren, 
voordat u weerstandsmetingen uitvoert. 
1.
Zet de draaiknop op de  
2.
Druk op de SELECT‐knop om de gewenste functie te selecteren. 
3.
Raak het schakelcircuit of het te testen deel aan met de testpunten. Het 
beste koppelt u de spanningsvoorziening van het te testen deel los, zodat 
de rest van het schakelcircuit geen storingen bij de weerstandsmeting 
veroorzaakt. 
4.
Bij een weerstand van minder dan ca. 60 Ω hoort u een signaaltoon. Bij 
een open schakelcircuit wordt op het display "OL" of "1" getoond. 
 
Diodenmeting 
1.
Zet de draaiknop op de   
2.
Druk op de SELECT‐knop om de gewenste functie te selecteren. 
3.
Raak met de testpunten de te testen diode aan. De doorlaatspanning 
geeft 400 tot 700 mV aan. De blokkeerspanning geeft "OL" of "1" aan. 
Defecte dioden geven in beide richtingen een waarde van 0 mV of 
"OL"/"1" aan. 
 
 
‐ Positie 
 
‐  Positie 
 
 
NL 11 
 
 

Publicidad

loading