Overzicht van de bedieningselementen
1 Lampje POWER (netaansluiting)
2 Lampje HEAT (verwarmen)
3 Lampje WAIT (wachten)
4 Lampje PROG (programma)
5 Toets "-"
6 Toets START/OFF
7 Toets "+"
8 Toets SET
9 Schaalverdeling voor waterpijl
Opbouw en gebruiksaanwijzingen
Plaats het apparaat in de buurt van een contactdoos. Let daarbij
op dat de ondergrond warmtebestendig, vlak, droog en niet glad
moet zijn en dat er voldoende afstand is ten opzichte van de
muur of van meubilair.
OPGELET:
•
Plaats het stoomapparaat nooit onder een hangkast!
•
De stoomeenheid en de hulpstukken zijn niet geschikt
voor gebruik in de magnetron, in de conventionele of he-
teluchtovens en ook niet voor gebruik op kooktoestellen!
Directe stoomfunctie
Dankzij de speciale stoombuis hebt u na enkele seconden de
eerste stoom. Dit onderdeel dekt het verwarmingselement af en
reguleert het nalopende water.
Water bijvullen
OPMERKING:
•
In het bedieningsveld bevindt zich een waterpeilindicator
met MIN- en MAX-markering.
•
Giet alleen schoon, helder water in de watertank. Vul nooit
andere vloeistoffen in de tank. U mag ook geen zout,
peper enz. aan het water toevoegen!
•
Aan het waterpeilglas kunt u de vulstand in het waterreser-
voir afl ezen.
•
Vul het apparaat met water tot aan de "maximum"-markering.
•
Voor gaartijden van meer dan 15 minuten dient u de tank
altijd tot de maximale markering te vullen.
Opvangschaal voor condenswater
Leg de opvangschaal in het onderstuk.
Gebruik van slechts een stoomschaal
OPMERKING:
•
De stoomschalen zijn met 1, 2 en 3 gekenmerkt om het
werk te vereenvoudigen.
•
Alleen de stoomschaal met nummer "1" past op het basis-
apparaat van de stoomkoker.
•
Plaats de stoomschaal „1" op de opvangschaal.
•
Leg groenten, vis of andere ingrediënten zonder saus of
vloeistof in de stoomschaal. U mag de stoomopeningen niet
helemaal afdekken!
•
Plaats tot slot het deksel erop.
05-DG 2204 CB.indd 11
05-DG 2204 CB.indd 11
Gebruik van twee stoomschalen
•
Plaats de stoomschaal „1" op de opvangschaal.
•
Leg het grootste te stomen stuk met de langste gaartijd in
de onderste stoomschaal.
•
Plaats stoomschaal "2" op stoomschaal "1".
•
Plaats tot slot het deksel erop.
Gebruik van drie stoomschalen
•
Plaats de stoomschaal „1" op de opvangschaal.
•
Leg het grootste te stomen stuk met de langste gaartijd in
de onderste stoomschaal.
•
Plaats stoomschaal "2" op stoomschaal "1".
•
Leg daar ook te stomen product in.
•
Plaats stoomschaal "3" op stoomschaal "2".
•
Plaats tot slot het deksel erop.
Gebruik van de rijstschaal
Vul rijst of een ander product met saus of vloeistof in de
rijstschaal.
OPMERKING:
Let bovendien op onze "Bereidingsaanwijzingen". Hier vindt u
de aanbevelingen voor de bijmenging van water bij verschil-
lende rijstsoorten.
Ingebruikname
•
Plaats het apparaat op een hittebestendig oppervlak.
•
Nadat u water in het apparaat gevuld hebt, plaatst u de
schalen en het deksel.
Elektrische aansluiting
•
Sluit het apparaat aan op een volgens de voorschriften
geïnstalleerde contactdoos 230 V, 50 Hz.
•
Op het display verschijnt "00:00". De controlelampjes "PO-
WER" en "PROG" gaan branden.
Functies
De stoomkoker biedt u verschillende functies:
•
kies één van de zeven gaarprogramma's
•
of bepaal onder programma "8" zelf een gaartijd.
•
u kunt de stoomkoker ook tijdvertraagd starten, zodat uw
eten op het gewenste tijdstip gaar is.
Gaarprogramma's
Wanneer op het display "00:00" verschijnt, drukt u op de toets
"+" of "-" om een gaarprogramma te kiezen.
Weer-
Programma
gave
1
Rijst (voor ca. 180 g)
2
Kip (voor ca. 450 g)
3
Vis (voor ca. 500 g)
4
Eieren (6 stuks)
5
Schelvis/langoest (voor ca. 400 g)
6
Verse groente (voor ca. 700 g)
7
Fruit (voor ca. 800 g)
Tijd in
munten
33
30
26
23
21
35
20
11
03.11.2008 10:12:31 Uhr
03.11.2008 10:12:31 Uhr