NL
MAS
2.6.2 Vóór elk onderhoud
1. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) uitschakelen. Stroomtoevoer
onderbreken.
2. Compressor drukloos maken: met uit-
blaaspistool gehele druk uit de container
wegblazen.
3. Voor onderhoudswerkzaamheden aan
het compressoraggregaat en de V-rie-
maandrijving: onderhoudskleppen ver-
wijderen.
2.6.3 Compressor reinigen
• Koelribben bij de cilinder, cilinderkop en
nakoeler met perslucht reinigen.
• Afdekking ventilatorwiel bij de motor reini-
gen.
2.6.4 3/2-Wegklep reinigen
1. Rubbersteun van de oplegplaat verwijde-
ren (afbeelding 12a).
2. De vier schroeven van de oplegplaat los-
draaien, oplegplaat en zijplaat verwijde-
ren (afbeelding 12a).
3. Steeksluiting naar de smoorklep indruk-
ken en condensaatslang wegtrekken (af-
beelding 12b).
4. Wartelmoer van de haakse schroefver-
binding tegen de klok in afschroeven en
condensaatslang wegtrekken (afbeelding
12b).
5. Schroeven tegen de klok in losdraaien
(afbeelding 12b).
6. Wartelmoer van de rechte schroefverbin-
ding tegen de klok in afschroeven en
condensaatslang wegtrekken (afbeelding
12b).
7. Schroeven tegen de klok in losdraaien en
zijplaat verwijderen (afbeelding 12c).
8. Veer uittrekken (afbeelding 12c).
9. Schroeven tegen de klok in losdraaien en
zijplaten verwijderen (afbeelding 12c).
10. Ventielstoter
(afbeelding 12c).
11. Ventielstoter en -behuizing reinigen. Kan
het ventiel niet worden gereinigd, dan
het ventiel compleet vervangen.
12. Ventielstoter met vet smeren.
13. De montage vindt plaats in omgekeerde
volgorde.
II/48
2.6.5 Oliepeil controleren
Bij compressors met oliemeetstok deze eruit
halen.
1. Oliepeil moet zich tussen de onderste en
bovenste markering bevinden (oliemeet-
stok/oliekijkglas) (afbeelding 7a).
2. Indien nodig corrigeren.
Bij zeer ongunstige omstandigheden kan het
gebeuren, dat condensaat in de olie komt.
Dit kan men aan melkkleurige olie herken-
nen. Dan moet de olie onmiddellijk ververst
worden.
2.6.6 Olie verversen/bijvullen
1. Compressor laten warmdraaien, uitscha-
kelen, stroomtoevoer onderbreken.
2. Afsluitpluggen uit mini-kogelkraan ver-
wijderen, meegeleverde olie-afvoerslang
er op schroeven.
3. Olievulpluggen
(Pos. 03) er uit halen, afgewerkte olievat
onder de olieaftapslang houden, mini-
kogelkraan openen, oude olie volledig
weg laten lopen.
4. Mini-kogelkraan sluiten.
5. Vastgestelde oliehoeveelheid ingieten.
6. Oliepeil controleren, indien nodig corri-
geren. Olievulstop resp. oliepeilstok erin
steken.
7. Olie-afvoerslang losschroeven en mini-
kogelkraan met stoppen afsluiten.
8. Afgewerkte olie volgens de geldende
voorschriften als afval verwerken.
L Als minerale olie adviseren wij art.-nr.
B111002,
B111006. Bij gebruik van een verkeerde
olie vervalt de garantie.
Mengen van synthetische en minerale olie
kan leiden tot beschadiging van de com-
pressor!
2.6.7 Aanzuigfilter reinigen
Zie gebruiksaanwijzing deel 1.
uittrekken
L Aanzuigopening niet uitblazen. Er mogen
geen vreemde voorwerpen naar binnen
komen.
Compressor nooit zonder aanzuigfilter ge-
bruiken.
resp.
oliepeilstok
synthetische
olie
art.-nr.