VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEEPER dankt u voor uw aankoop en nodigt u uit om, voordat u uw Personal Motorized Displacement Vehicle (EDPM) gaat gebruiken, u vertrouwd te maken met de voorzorgsmaatregelen voor gebruik en de veiligheidsinstruc-
ties. Het gebruik van uw scootmobiel is onderworpen aan de geldende wetgeving in uw land. Neem contact op met de bevoegde autoriteiten. Elke aanbeveling (of het ontbreken van een aanbeveling) in deze handleiding kan op
geen enkele manier worden gelijkgesteld met een omzetting van de geldende wetgeving.
IXIT Beeper wijst alle verantwoordelijkheid af in geval van lichamelijk letsel en materiële schade te wijten aan het gebruik van het product dat niet in overeenstemming is met de gebruiksaanwijzing.
• Lees deze instructies aandachtig. Bewaar deze instructies
• Probeer het apparaat niet uit elkaar te halen, het valt dan niet meer onder de garantie
• Het gebruik van een scooter is verboden voor kinderen onder de 12 jaar. • Het gebruik van uw scootmobiel is niet geschikt voor zwangere vrouwen en kinderen onder de 16 jaar.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 12 jaar onder toezicht van een volwassene, en door mensen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of een gebrek aan ervaring en kennis, op
voorwaarde dat ze goed worden begeleid of dat ze voorafgaande instructies hebben gekregen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid met betrekking tot het veilige gebruik van het apparaat en dat de
betrokken risico's zijn onderkend.
• Controleer regelmatig of uw scootmobiel in goede staat verkeert, zorg ervoor dat u alle informatie over het product begrijpt voordat u het gebruikt.
• Controleer voor elk gebruik de algemene staat van uw scooter
• Uw scooter bevat onderdelen die onderhevig zijn aan hitte. Het is verboden om deze elementen binnen een uur na gebruik van uw scooter aan te raken.
• Het wordt sterk aanbevolen dat alle gebruikers adequate bescherming dragen bij het gebruik van uw scootmobiel om persoonlijk letsel bij een val te voorkomen: schoenen, helm, handschoenen, kniebeschermers,
elleboogbeschermers.
• Gebruik uw scootmobiel de eerste keer dat u hem gebruikt niet op drukke plaatsen. Om het product onder de knie te krijgen is een aanpassingstijd nodig.
• Gebruik op de openbare weg is gereguleerd. U moet de fietspaden met voorrang nemen. Bij het ontbreken hiervan mag u uitsluitend rijden op wegen die beperkt zijn tot 50 km/u. Buiten de bebouwde kom mag u alleen op
groenstroken en fietspaden rijden.
• Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over eventuele verkeersbeperkingen. • Aarzel niet om uw aanwezigheid kenbaar te maken aan andere gebruikers via de zoemer (bel).
• Respecteer de markeringen op de grond, de borden en de wegcode. Laat voetgangers passeren als u op uw scooter rijdt.
• Houd tijdens het rijden met andere mensen een veiligheidsafstand van ten minste 6 meter tussen u in om het risico op aanrijdingen te verminderen.
• Pas uw snelheid (en uw veiligheidsafstand) aan uw omgeving aan, zodat u uw scooter op elk moment kunt stoppen.
• Zorg ervoor dat u altijd voor iedereen zichtbaar bent, doe uw lichten aan en draag een vest (of andere retroreflecterende kleding) elke keer dat u uw scooter gebruikt.
• Houd altijd uw handen aan het stuur wanneer u uw scootmobiel gebruikt. Het gebruik van de smartphone of enig ander voorwerp tijdens het rijden is verboden. Het gebruik van oordopjes of koptelefoons is verboden.
• Het is verboden om met meerdere personen op uw scootmobiel te rijden.
• Het niet opvolgen van deze gewichtsaanbevelingen verslechtert de acceleratie- en remprestaties van uw scootmobiel en kan u in gevaar brengen doordat het vermogen om veilig te vertragen of te stoppen vermindert.
• Houd uw lichaam in evenwicht bij het maken van bochten om te voorkomen dat u door een verschuivend zwaartepunt of hoge snelheden valt.
• Houd uw voeten altijd op het platform tijdens het rijden.
• Rijd niet op wegen die bezaaid zijn met verspreide voorwerpen, zoals takken, afval of kleine stenen.
• Rijd niet met uw scootmobiel op wegen met obstakels of op gladde wegen waar het risico op gripverlies bestaat, zoals op sneeuw, ijs of water. Dit kan leiden tot verlies van hechting en tot persoonlijk letsel en materiële schade.
• Rijd niet op steile hellingen. Gebruik uw scootmobiel niet op steile hellingen. Snelheid winnen bij een te steile afdaling kan ertoe leiden dat de motoren en de accu oververhit raken en uw vermogen om veilig te remmen.
• Neem alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen wanneer u uw scootmobiel leert gebruiken. Houd er rekening mee dat het gebruik van dit product kan leiden tot letsel met de dood tot gevolg door verlies van controle, botsingen.
• Als er zich een verkeersongeval voordoet tijdens het rijden met uw scooter, blijf dan kalm, beveilig het gebied en wacht op bekwaam personeel dat de situatie verantwoordelijk en legaal zal behandelen.
• Gebruik uw scootmobiel niet in ruimtes met ontvlambare producten, stoom, vloeistoffen, stof of vezels die brand of explosie kunnen veroorzaken.
• Het achterspatbord mag niet als rem worden gebruikt. U kunt uw scooter beschadigen zonder uw snelheid te verlagen.
Waarschuwing: Voor elk gebruik van een elektrische scooter moet u een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid hebben.
ONDERHOUD VAN DE BATTERIJ
• Laad uw batterij voor het eerste gebruik maximaal op. Laad uw batterij na elk gebruik opnieuw op.
• Om volledige tevredenheid over uw voertuig te hebben, dient u ervoor te zorgen dat deze voor ten minste 50% is geladen.
• Gelieve niet langer dan 30 dagen te gebruiken zonder uw batterij op te laden.
• Sla uw voertuig a.u.b. niet op bij een temperatuur onder 0 °C of in direct zonlicht.
• Bewaar de batterij buiten het bereik van kinderen. Als er onderdelen van de batterij zijn ingeslikt, dient u onmiddellijk medische hulp in te roepen.
• Onjuist opladen, schade, vochtigheid of oververhitting kan rook afgeven, exploderen, een sterke warmtebron veroorzaken of brand veroorzaken op de batterij.
• Gebruik de batterij niet als deze beschadigd is, vervang hem dan. Om het risico op brand of brandwonden te verminderen, mag u het niet met het huisvuil weggooien. Om het milieu te sparen, moet de batterij worden gedeponeerd
bij de geldende inzamelpunten.
ONDERHOUD OPLADER
• De oplader werkt alleen met de speciale AC-adapter. Het gebruik van een andere adapter kan het product beschadigen. • De adapter moet worden aangesloten op een stopcontact en gemakkelijk toegankelijk zijn.
• Niet afdekken, blootstellen aan een warmte- of vochtigheidsbron en gebruiken in een geventileerde ruimte.
• De externe flexibele kabel van deze transformator kan niet worden vervangen. Als het snoer beschadigd is, moet de transformator worden weggegooid.
• Sluit de accu-aansluitklemmen nooit aan en ontkoppel ze nooit terwijl de voedingskabel nog op het lichtnet is aangesloten. Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact.
• Bewaar uw oplader niet op plaatsen met lage temperaturen. Wanneer het apparaat terugkeert naar de normale temperatuur, kan er zich vocht in het apparaat vormen en de elektronische circuits beschadigen.
• Koppel de oplader los tijdens onweer of wanneer deze gedurende lange tijd niet wordt gebruikt om schade te voorkomen.
Vind de volledige technische handleiding op onze website op het volgende adres: https:/ /urlz.fr/jCsL of door de QR-code hiernaast te laten knipperen
• Volg alle instructies
• Let op de waarschuwingen
• Raadpleeg gekwalificeerd personeel voor reparaties.
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
• Reiniging en onderhoud van het apparaat door de gebruiker mogen niet door kinderen worden uitgevoerd.
• Controleer of uw lichten, remmen en alle apparatuur functioneel zijn.
• Trottoirs, voetgangersgebieden, gebouwen of elke andere plaats die voor voetgangers bestemd is, moet u zich verplaatsen met uw scooter in de hand.
• Spring niet over obstakels met je scooter.
• Start of stop niet abrupt.
• Het maximale gewicht dat door de scooter wordt ondersteund, is 120 kg.
• Spring niet op het platform van uw scooter.
• Het is verboden uw scooter te gebruiken onder invloed van alcohol en/of drugs.
• Laad uw batterij op voordat deze volledig is ontladen.
• Als u uw voertuig opbergt, zorg er dan voor dat de batterij volledig is opgeladen.
• Gebruik de meegeleverde oplader die past bij de accu van uw voertuig.
• Laat uw voertuig niet onbeheerd achter om op te laden.
• Koppel uw oplader los als deze niet in gebruik is. Gebruik uw oplader niet als deze beschadigd is.
15