5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn gemon-
teerd.
5.1 Montage afzuigstomp (fi g. 2, pos. 1)
Let op! Om gezondheidsredenen is het
absoluut noodzakelijk een stofafzuiging te
gebruiken.
•
Sluit uw bovenfrees met de stofzuigstomp (1)
aan op een stofzuiger of op een stofafvoe-
rinrichting. U bereikt zodoende een optimale
afzuiging van het stof dat aan het werkstuk
vrijkomt. De voordelen: U spaart zowel het
gereedschap als uw eigen gezondheid. Uw
werkplaats blijft bovendien properder en veili-
ger.
•
Bij het werk vrijkomend stof kan gevaarlijk
zijn. Neem hieromtrent het hoofdstuk veilig-
heidsinstructies in acht.
•
De voor het afzuigen gebruikte stofzuiger
moet geschikt zijn voor het bewerkte materi-
aal. Gebruik een speciale stofzuiger indien u
met materialen omgaat die erg gevaarlijk zijn
voor de gezondheid.
•
Afzuigstomp (1) met de beide verzonken
schroeven (f) vastschroeven op de freesscho-
en (2).
•
De afzuigstomp kan op afzuigapparaten (stof-
zuiger) met zuigslang worden aangesloten.
•
De binnendiameter van de afzuigstomp be-
draagt 35 mm. Maak nu een gepaste grote
afzuigslang vast op de afzuigstomp.
5.2 Montage van de beschermkap
(fi g. 3, pos. 24)
Breng de beschermkap (24) aan zoals voorge-
steld in fi g. 3.
Anl_TH_RO_1100_E_SPK2.indb 44
Anl_TH_RO_1100_E_SPK2.indb 44
NL
5.3 Montage parallelaanslag (fi g. 4, pos. 21)
•
Geleidingsassen (a) van de parallelaanslag
(21) de gaten (b) van de freesschoen (2) in
schuiven.
•
Parallelaanslag (21) op de gewenste maat
afstellen en vastklemmen met de vleugel-
schroeven (3).
5.4 Montage van de passerpunt (fi g. 5)
•
Met de passerpunt (13) – en de bijhorende
houder – kan u cirkelronde gebieden frezen.
•
Klem de passerpunt (13) op het uiteinde van
één van de geleidestangen (a) vast. Schuif
de geleidestang (a) in een gat (b) van de
freesschoen (2). Maak de geleidestang (a)
op de freesschoen (2) vast m.b.v. de bevesti-
gingsschroeven (3).
•
Stel de gewenste straal in tussen de passer-
punt (13) en de frees.
•
Plaats de passerpunt (13) in het centrum van
de te frezen cirkel. Draai, indien nodig, de
vleugelschroef (c) van de passerpunt (13) los
en maak het omlaag wijzende gedeelte van
de passerpunt (13) langer of korter.
5.5 Montage geleidingsbus (fi g. 6-7, pos. 20)
•
Geleidingsbus (20) met de beide verzonken
schroeven (f) vastschroeven op de freesscho-
en (2).
•
De geleidingsbus (20) wordt met de aan-
loopring (b) langs het sjabloon (c) geleid.
•
Het werkstuk (d) dient met het verschil "bu-
itenkant aanloopring" en "buitenkant frees"
(e) groter te zijn teneinde een exacte kopie te
verkrijgen.
5.6 Montage/demontage van het freesge-
reedschap (fi g. 8-11)
Let op! Netstekker uit het stopcontact
verwijderen.
Let op! Na het werken met de bovenfrees
blijft het freesgereedschap een relatief lange
tijd heel warm.
Let op! Frezen zijn heel scherp. Draag
bij het omgaan met freesgereedschappen
steeds beschermende handschoenen.
•
In deze bovenfrees kunnen frezen met een
schachtdiameter van 6 mm en 8 mm worden
ingezet. De meeste frezen zijn in beide dia-
meters verkrijgbaar.
•
U kunt o.a. frezen van het volgende materiaal
gebruiken:
- HSS - geschikt voor het bewerken van zacht
hout
- 44 -
29.06.12 11:29
29.06.12 11:29