Het display 8 wordt bij elke druk van de toets gedu-
rende enkele seconden verlicht.
Als u de bouwradio wilt uitschakelen, drukt u op-
nieuw op de aan/uit-toets 3. De actuele instelling
van de audiobron wordt opgeslagen.
Als u energie wilt besparen, schakelt u de bouwra-
dio alleen in wanneer u deze gebruikt.
Geluidsvolume instellen
Na het inschakelen van de bouwradio is altijd een
gemiddelde geluidssterkte (waarde 10) ingesteld.
Als u de geluidssterkte wilt verhogen, drukt u op de
toets „Vol +" 6. Als u de geluidsterkte wilt verlagen,
drukt u op de toets „Vol –" 5. De geluidssterkte-in-
stelling „VL" verschijnt met de waarde tussen 0 en
20 gedurende enkele seconden in de indicatie e in
het display.
Stel het geluidsvolume op een lage waarde in voor-
dat u een radiozender instelt of van zender wisselt.
Stel het op een gemiddelde waarde in voordat u
een externe audiobron start.
Als u het geluid wilt uitschakelen, kunt u de toets
„Mute" 13 indrukken. Als u het geluid opnieuw wilt
inschakelen, drukt u opnieuw op de toets „Mute"
13 of een van de geluidssterktetoetsen „Vol +" 6 of
„Vol –" 5.
Klank instellen
Voor een optimale geluidsweergave is een equali-
zer in de bouwradio geïntegreerd.
Als u het niveau van de lage tonen (bass) wilt wijzi-
gen, drukt u eenmaal op de toets „Equalizer" 4. In
het display verschijnen „BA" en de opgeslagen
waarde van het niveau van de lage tonen in de in-
dicatie e. Voor het niveau van de hoge tonen drukt
u opnieuw op de toets „Equalizer" 4. In de indica-
tie e verschijnen „TR" en de opgeslagen waarde
van het niveau van de hoge tonen (treble).
Het niveau van de lage en hoge tonen kan tussen
–5 en +5 veranderd worden. Als u de aangegeven
waarde wilt verhogen, drukt u op de toets „Vol +"
6. Als u de waarde wilt verlagen, drukt u op de toets
„Vol –" 5. De gewijzigde waarden worden automa-
tisch opgeslagen als de indicatie e enkele secon-
den na de laatste druk op een toets opnieuw de tijd
weergeeft.
Audiobron selecteren
Als u een audiobron wilt selecteren, drukt u de
toets „Source" 14 zo vaak in tot in het display de
indicatie f voor de gewenste interne audiobron (zie
„Radiozenders instellen en opslaan", pagina 65)
resp. externe audiobron (zie „Externe audiobron-
nen aansluiten", pagina 65) verschijnt:
– „FM": Radio via FM,
– „AM": Radio via middelgolf,
– „AUX": externe audiobron (bijv. MP3-speler) via
de 3,5 mm-aansluiting 22.
1 609 92A 0YY • 4.11.14
Sprietantenne afstellen
De bouwradio wordt met een gemonteerde spriet-
antenne 7 geleverd. Draai bij gebruik van de radio
de sprietantenne in de richting die de beste ont-
vangst mogelijk maakt.
Als geen voldoende ontvangst mogelijk is, dient u
de bouwradio op een plaats met een betere ont-
vangst neer te zetten.
Opmerking: Bij gebruik van de bouwradio in de on-
middellijke nabijheid van zendinstallaties, zendap-
paratuur of andere elektronische apparaten kan de
kwaliteit van de radio-ontvangst achteruit gaan.
Radiozenders instellen en opslaan
Druk de toets voor de keuze van de audiobron
„Source" 14 zo vaak in tot in de indicatie f „FM"
voor het fm-ontvangstbereik of „AM" voor het mid-
dengolf-ontvangstbereik verschijnt.
Wilt u een bepaalde radiofrequentie instellen,
drukt u op de toets voor voorwaarts zoeken
voor het verhogen van de frequentie of op de toets
voor achterwaarts zoeken
van de frequentie. De actuele frequentie verschijnt
in de indicatie a in het display.
Wilt u naar radiozenders met een hoge signaal-
sterkte zoeken drukt u op de toets voor voorwaarts
zoeken
12 resp. de toets voor achterwaarts
zoeken
11 en houdt u deze kort ingedrukt. De
frequentie van de gevonden radiozender verschijnt
kort in de indicatie a in het display.
Bij voldoende sterke ontvangst van een geschikt
signaal schakelt de bouwradio automatisch over
op stereo-ontvangst. In het display verschijnt de in-
dicatie voor stereo-ontvangst c.
Wilt u een ingestelde zender opslaan, drukt u 3
seconden lang op een van de programmageheu-
gentoetsen 9. Zodra de indicatie e „PR" en het
nummer van de gekozen programmageheugen-
toets verschijnen, is de zender opgeslagen.
U kunt 5 FM-zenders en 5 middengolfzenders op-
slaan. Houd er rekening mee dat een reeds toege-
wezen geheugenplaats, als deze opnieuw wordt
gekozen, met de nieuw ingestelde radiozender
wordt overschreven.
Wilt u een opgeslagen zender weergeven drukt
u kort op de bijbehorende programmageheugen-
toets 9. In de indicatie e verschijnt gedurende en-
kele seconden „PR" en het geheugennummer van
het programma.
Externe audiobronnen aansluiten
Naast het geluid van de geïntegreerde radio kunt u
het geluid van verschillende externe audiobronnen
weergeven.
Neem de beschermdop van de „AUX IN"-aanslui-
ting 22. Steek de haakse 3,5 mm-stekker van de
AUX-kabel 26 in de aansluiting (zie afbeelding op de
pagina met afbeeldingen). Sluit de andere stekker
van de AUX-kabel op een passende audiobron aan.
12
11 voor het verlagen
Nederlands | 65