6. Montage en ingebruikneming
Aanwijzing!
Vóór de inbedrijfstelling het apparaat zeker
volledig monteren!
6.1 Netaansluiting
•
Lange leidingen en verlengkabels, kabel-
trommels enz. leiden tot spanningsverlies en
kunnen het starten van de motor verhinderen.
•
Bij lage temperaturen onder +5°C start de
motor eventueel moeilijk als gevolg van stro-
efheid.
6.2 Aan/Uit-schakelaar (afb. 1)
Breng de Aan/Uit-schakelaar (8) in stand 1 om
het apparaat aan te zetten.
Om het apparaat uit te schakelen brengt u de
Aan/Uit-schakelaar (8) in stand 0.
6.3 Drukinstelling (afb. 1)
•
Met de drukregelaar (7) kan de druk aan de
manometer (6) worden ingesteld.
•
De ingestelde druk kan aan de snelkoppeling
(5) worden afgelezen.
6.4 Instelling van de drukschakelaar
De drukschakelaar is in de fabriek ingesteld.
Inschakeldruk ca. 6 bar
Uitschakeldruk ca. 8 bar
7. Bediening
7.1 Bandenvulmeter met adapters (afb. 3)
Werkdruk in bar: 0 – 8
Toepassingsgebied:
De bandenvulmeter (14) maakt het mogelijk om
autobanden gemakkelijk en nauwkeurig te vullen.
De manometer dient ter controle van de banden-
spanning. Met het geïntegreerde afl aatventiel (e)
is het mogelijk om een te hoge bandenspanning
te verlagen. De bandenvulmeter is uitgerust met
een ventieladapter voor ventielen van autoban-
den.
Waarschuwing! Houd rekening met de opgaven
van de fabrikant van de banden en van het voer-
tuig over de aanbevolen bandenspanning.
Waarschuwing! Dit apparaat is niet geijkt! Cont-
roleer voor een geijkte meetwaarde na het vullen
de bandenspanning met een geschikt meetinstru-
ment, bijvoorbeeld bij een tankstation.
NL
Gebruik als uitblaaspistool
Om de bandenvulmeter als uitblaaspistool te
gebruiken moet eerst de slang met de ventielad-
apter voor autobanden eraf worden geschroefd.
Nu kan de uitblaasadapter (15) op de bandenvul-
meter worden geschroefd.
Toepassingsgebied:
Voor het reinigen/uitblazen van holle ruimtes of
moeilijk bereikbare plaatsen en voor het reinigen
van vervuild werkgereedschap. De traploos be-
dienbare trekker maakt een exacte dosering van
de perslucht mogelijk.
7.2 Handleiding voor de adapterset
Uit het volgende overzicht kunt u het juiste gebru-
ik van de adapters voor de verschillende ventie-
len afl eiden (voor de aansluiting van de adapter
aan de compressor zie afb. 11).
•
Balnaald (afb. 4)
Toepassingsgebied: voor het oppompen van
ballen. De balnaald kan worden gebruikt voor
het oppompen van verschillende ballen.
TIP: Om beschadigingen van het ventiel te
vermijden moet u de balnaald iets bevochti-
gen alvorens hem in te brengen.
•
Ventieladapter (afb. 5)
Toepassingsgebied: past bij Blitz-ventielen
van fietsbanden.
De Blitz-ventieladapter maakt het mogelijk
om fietsbanden gemakkelijk op te pompen.
•
Adapter I (afb. 6, pos. I)
Toepassingsgebied: voor alle ventielen met
een binnen-Ø vanaf 8mm.
U kunt de adapter bijvoorbeeld gebruiken
voor luchtmatrassen, pools of ook voor boten.
TIP: Leid de adapter I in het ventiel zoals ge-
toond in afbeelding 6, schets d.
Belangrijk! De dop van het ventiel moet door
hem samen te drukken iets worden openge-
klapt.
•
Adapter II (afb. 7, pos. II)
Toepassingsgebied: voor schroefventielen.
U kunt hem gebruiken voor alle in de handel
verkrijgbare rubberboten, kajaks of andere
grote artikelen, zoals bijvoorbeeld pools die
zijn uitgerust met een schroefventiel.
•
Ontluchtingsadapter (afb. 8, pos. III)
Toepassingsgebied: voor ontluchtingsven-
tielen. U vindt een ontluchtingsventiel samen
met andere ventielen (standaard ventiel,
schroefventiel, ...) op tal van artikelen met
een groot volume, zoals bijvoorbeeld een
luchtbed.
- 81 -