BE
OPGELET:
- Voordat men ook maar enige ingreep verricht moet men eerst controleren dat de eenheid niet meer door het
net wordt gevoed
- Controleer dat de installaties waarop men de apparatuur moet aansluiten aan alle voorschriften voldoen.
CONTROLES ZONDER INSTRUMENTEN
Het functioneren in bedrijfsmodus Koeling – Controles op het oog van de interne eenheid
Symptoom
1- Er is ijsvorming op de warmtewisse-
laar van de interne eenheid.
2- Er wordt geen condenswater gepro-
duceerd.
3-
De compressor doet het maar er
wordt weinig gekoeld.
4-
De luchttemperatuur is laag maar
er wordt toch maar weinig gekoeld.
5-
De compressor komt niet op gang. 5.A - De compressor is zeer heet: ther-
6-
De machine komt na enkele minu-
ten bedrijf tot stilstand.
ZOEKEN NAAR OORZAAK STORINGEN - elektrisch deel
Symptoom
1-
De airconditioner geeft geen teken
van leven (geen lampje dat aangaat,
geen biepgeluidjes), zelfs niet als
men op de toets ON-OFF op de in-
terne eenheid drukt.
2 - De afstandsbediening doet het niet of
uitsluitend van heel dichtbij.
80
Controleer
1.A - Alleen ijsafzetting op de onderzijde
van de warmtewisselaar: gaslek.
1.B - IJsafzetting op alle delen van de
warmtewisselaar: het luchtfi lter is
verstopt.
De kamertemperatuur is laag
(< 20° C).
2.A - Als de warmtewisselaar van de in-
terne eenheid droog blijft en de air-
conditioner trekt veel minder dan
de nominale stroom dan is er een
lek.
3.A - De warmtewisselaar van de exter-
ne eenheid is verstopt of bedekt: de
warmtewisseling is niet goed.
3.B - De ribben van de warmtewisselaar
in de externe eenheid zijn verbo-
gen.
4.A - Het fi lter van de interne eenheid is
verstopt.
4.B - De lucht circuleert binnenin de in-
terne eenheid.
4.C - Dimensionering van het appa-
raat ongeschikt of overbelast (b.v.:
warmebron, te veel mensen in de
ruimte...)
mische bescherming.
6.A - De ventilator van de interne een-
heid is kapot.
Controleer
1.A - Controleer dat er netspanning is.
1.B - Controleer of de stekker goed in het
stopcontact steekt.
1.C - Controleer of de automatische
schakelaar is afgeslagen.
1.D - Controleer dat de keuzeschakelaar
niet op de stopstand staat
2.A - Controleer of de batterijen van de
afstandsbediening niet leeg zijn
2.B - Controleer dat er geen hindernis-
sen (gordijnen of meubels) tussen
de afstandsbediening en de aircon-
ditioner zijn.
2.C - Controleer dat de afstand tot de air-
conditioner niet te groot is.
Ingreep
· Zoek de lek en vul bij.
· Maak het luchtfi lter schoon.
Voordat men enige reinigingsopera-
tie uitvoert moet men de stekker eruit
trekken en de eigen schakelaar afscha-
kelen. (risico op elektrische schok).
· Controleer de kamertemperatuur.
· Zoek het lek op
· Vervang de warmtewisselaar.
· Reinig de warmtewisselaar van de ex-
terne eenheid.
· Maak de ribben van de warmtewisse-
laar in de externe eenheid recht.
· Maak het fi lter schoon..
· Zorg dat de lucht vrij kan circuleren.
· Vervang de machine of verhelp de oor-
zaken van de overbelasting.
· Wachten tot de temperatuur daalt.
· Vervang de motor.
· Gebruik uitsluitend originele reserve-
onderdelen.
Ingreep
· Zorg dat de netspanning terugkomt en
zorg dat alle aansluitingen in orde zijn.
· Steek de stekker er op de juiste manier
in
· Zet de automatische schakelaar weer
op actief.
· Zet de keuzeschakelaar op een andere
functie.
· Vervang de batterijen.
· Verplaats eventueel objecten.
· Ga dichter bij de airconditioner staan.