5.
Bevestig het voorste onderdeel op de opbouwdoos met
behulp van de 4 schroeven die bij de eenheid zijn
meegeleverd.
Zie afbeelding 5 voor de locatie van de schroefgaten.
6.
Vervang de voorkant (zie afbeelding 6).
Draai de sleutel linksom (twee keer klikken) om de
voorkant te vergrendelen en verwijder vervolgens de
sleutel.
Test tot slot de handbrandmelder (zie "Testen" op pagina 16).
Bedrading
Gebruik voor optimale systeemprestaties 0,13 tot 3,31 mm²
(0,40 tot 2,05 mm) twisted-pair kabel met een maximale lengte
van 2 km.
Sluit de eenheid aan zoals hieronder wordt beschreven. Let
hierbij op de aangegeven polariteit.
Klem
Beschrijving
A+
Positieve lijn (+)
B+
Positieve lijn (+)
A–
Negatieve lijn (-)
B–
Negatieve lijn (-)
Melderstatus
De status van het apparaat wordt aangegeven door twee leds
die van kleur veranderen aan de voorkant van het apparaat,
zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Status
Indicatie
Alarm
Constant rode leds [1]
Isolator is actief
Constant gele leds [2]
Storing
Knipperend gele leds
Communiceren
Knipperend groene leds
[1] Dit kan ook wijzen op een actieve opdracht Locate Device vanaf het
bedieningspaneel.
[2] Alleen DM3110-IP-modellen.
Onderhoud en testen
Onderhoud
Het apparaat moet worden onderhouden en getest in
overeenstemming met plaatselijke of nationale vereisten en
eventueel andere toepasselijke voorschriften.
Wijzig nooit de interne bedrading of circuits.
Testen
Om een alarm te activeren, drukt u op het opnieuw instelbare
element of draait u de sleutel (één klik) rechtsom. Om het
apparaat opnieuw in te stellen, draait u de sleutel (één klik)
linksom. Stel het bedieningspaneel opnieuw in na het testen.
16 / 24
Het opnieuw instelbare element vervangen
Vervang het opnieuw instelbare element (of voeg het element
dat kan breken toe) als volgt:
1.
Verwijder de voorkant op de manier zoals is beschreven in
"Installatie" op pagina 15.
2.
Duw het element naar boven en trek het vervolgens naar
buiten (zie afbeelding 5).
3.
Vervang het opnieuw instelbare element (of voeg het
element dat kan breken toe, indien nodig).
4.
Vervang de voorkant.
Analoge waarden
Analoge waarden voor diagnosticeren en probleemoplossing
met betrekking tot de apparaatstatus worden weergegeven in
onderstaande tabel.
Waarde
Apparaatstatus
32
Normaal
128
Alarm
Specificaties
Elektrisch
Bedrijfsspanning
Huidig stroomverbruik:
Stand-by
DM3010-IP
DM3110-IP
Alarm
DM3010-IP
DM3110-IP
Isolatie
De volgende isolatiespecificaties zijn van toepassing op
DM3110-IP-modellen met een geïntegreerde kortsluitisolator.
Stroomverbruik (isolatie actief)
Isolatiespanning
Minimum
Maximum
Spanning bij opnieuw aansluiten
Minimum
Maximum
Nominale stroom
Continu (schakelaar gesloten)
Schakelen (kortsluiting)
Lekstroom
Serie-impedantie
Aantal isolatoren per lus
Aantal apparaten tussen de
isolatoren
P/N 03-0210-501-0400-02 • ISS 04NOV22
17 tot 38 VDC
180 µA
200 µA
2,8 mA
2,8 mA
1,5 mA
14 VDC
15,5 VDC
14 VDC
15,5 VDC
1 A
1 A
1 mA max.
0,06 Ω max.
128 max.
32 max.