Gevarenaanduidingen
De dimactor is uitsluitend geschikt voor gloeilampen, hoogvolt-ha-
logeenlampen en laagvolt-halogeenlampen met elektronische
transformatoren en dimbare ledlampen!
Sluit op de dimactor alleen ohmse en capacitieve lamplasten aan,
R,C
geen televisietoestellen, computers, motoren enz.
Geen ledlampen of compacte tl-buizen aansluiten die niet uitdruk-
kelijk voor dimmen geschikt zijn. Het apparaat kan worden be-
schadigd.
Op de aansluitklemmen van de dimmeruitgang mogen geen SELV-/
PELV-stroomkringen worden aangesloten.
Geen lampen met geïntegreerde dimmer aansluiten. Het apparaat
kan worden beschadigd.
Bij toepassing met elektronische voorschakelapparaten alleen trans-
formatoren gebruiken die voldoen aan de eisen volgens EN 61347-1
en EN 61047.
Neem bij het aansluiten op de apparaatklemmen in acht, welke ka-
bels en kabeldoorsnedes hiervoor zijn toegestaan.
De op de relaisuitgangen aangesloten verbruikers moeten over een
voldoende isolatie beschikken.
Controleer, voordat u een verbruiker aansluit, de technische gege-
vens en met name het maximaal toegestane schakelvermogen van
het relais en het type van de aan te sluiten verbruiker. Alle lastgege-
vens hebben betrekking op ohmse lasten. Belast de actor uitsluitend
tot de opgegeven vermogensgrens.
Op de aansluitklemmen van de relaisuitgangen mogen geen SELV-/
PELV-stroomkringen worden aangesloten.
105