NL
4 Werking
1) Schakel alle toestellen uit alvorens ze met de LTR-102 te
B
verbinden.
2) Verbind de signaalbron (instrument, microfoon, computer,
enz.) via de 6,3 mm-jacks (1) of de XLR-jack (8) met de
ingang INPUT. Wanneer beide jacks met een toestel ver-
bonden zijn, wordt de XLR-jack uitgeschakeld. De aan-
sluiting tussen de signaalbron en matchbox moet zo kort
mogelijk zijn om interferenties te reduceren.
3) Verbind één van de volgende toestellen (bijv. versterker,
mixer, effecteenheid, enz.) via de 6,3 mm-jack (5) of de
XLR-jack (6) met de OUTPUT-uitgang. Wanneer beide
jacks met een toestel verbonden zijn, dan wordt de XLR-
jack uitgeschakeld.
4) Schakel alle aangesloten toestellen in. Bedien vervolgens
de schakelaars (2–4) van de matchbox bij een verminderd
volume.
5) Is er brom hoorbaar, druk dan de GND- (4) en/of de
RATIO-schakelaar (2) in om de brom te onderdrukken
resp. te reduceren. De RATIO-schakelaar (2) moet altijd
ingedrukt zijn bij gebruik van lange lijnen (langer dan 2 m).
Hierdoor is de lijn aan de uitgang (5 of 6) minder gevoelig
voor interferenties.
6) Mocht er een faseverdraaiing ontstaan tijdens de trans-
missie van het complete signaal dan kan dit gecompen-
seerd worden door de PHASE-schakelaar (3) in te druk-
ken. Soms is het mogelijk de juiste instelling te vinden door
te luisteren naar de lage tonen.
22