INITIALISATIE CENTRAAL BEDIENINGSPANEEL
Instelprocedure
1. Druk op de schakelaar "CHECK" en selecteer een optie uit A – E.
2. Selecteer de in te stellen groep met de schakelaar "GROUP".
3. Druk op de schakelaar "RUN/STOP": de optie-instelling is uitgevoerd. Meteen verschijnen de
indicaties " " en "SET". (De schakelaar "RUN/STOP" werkt als aan/uit-schakelaar: de instelling
van de optionele functie wordt afwisselend ingesteld en geannuleerd.)
LET OP:
- Als de optionele functies worden ingesteld via het centrale bedieningspaneel, moeten dezelfde
optionele functies voor de groep worden ingesteld met de schakelaar voor externe bediening.
- Als de optionele functies (keuze A – E; zie boven) met de schakelaar voor externe bediening
worden ingesteld, moeten dezelfde optionele functies voor de groep worden ingesteld met het
centrale bedieningspaneel.
7.
INITIALISATIE CENTRAAL BEDIENINGSPANEEL
De initialisatieprocedure van de groepsinstelling en de optionele instelling verloopt als volgt.
1. Ga naar de zelfcontrolemodus
Druk de schakelaars "GROUP (
bedieningspaneel gaat naar de zelfcontrolemodus. Als er een groep in bedrijf is, wordt "NO
FUNCTION" weergegeven en kan het centrale bedieningspaneel niet in de zelfcontrolemodus
worden gezet. Wanneer de zelfcontrolemodus geopend is, verspringt de LCD-weergave van (i)
naar (vi); zie hieronder. Druk de schakelaars "GROUP (
in vóórdat de weergave naar (vi) is gesprongen; het centrale bedieningspaneel gaat naar de
initialisatiemodus.
(i)
(iii)
OPMERKING:
Als de schakelaars "GROUP (
ingedrukt, wordt de zelfcontrole voortgezet.
en
)" en "MODE" tegelijkertijd in; het centrale
en
)" en "MODE" weer tegelijkertijd
(ii)
(iv)
en
)" en "MODE" niet opnieuw tegelijkertijd worden
/
7
167
(v)
Alle indicaties:
: OFF (UIT)
(vi)
Alle indicaties:
: ON (AAN)