1 =
10mN
À 1p
2 =
20mN
3 =
30mN
23p
aangeeft.
In analogie
betekent
een
deelstreep
op de schaal
tussen
2 en 15 mN (0,2 - 1,5 p) 1 mN (0,1 p).
Dwarskracht kompensatie
inrichting
De op iedere toonarm uitgeoefende dwarskracht wordt in uw
platenspeler
door
de
nauwkeurige
kompensatie-inrichting
Anti Skating gekorrigeerd.
Voor de momenteel
gebruikelijke naaldpunt afrondingen zijn
afzonderlijke
instelschalen
aangebracht,
waarbij
de volgende
symbolen voor de diverse naaldafrondingen werden gebruikt:
O instelling voor sferische, radiale of ronde naaldpunten
© instelling voor bi-radiale of elliptische naaldpunten
De ingestelde waarde voor de dwarskracht kompensatie komt
overeen met de ingestelde waarde voor de naaldkracht.
Instelling naaldkracht
Dwarskracht kompensatie
droge aftasting
_natte aftasting
10 mNZ1
p
1
0,7
12,5 mN A 1,25p
1,25
08
15 mNA15
p
15
10
20
mNA20
p
2
13
25
mN225
p
25
18
Bij natte aftasting past u de waarden toe genoemd in de tweede
tabel
De dwarskracht kompensatie inrichting uitgeschakeld:
Heen Age ` A.
Set zl
Het plaatsen van de afdekkap
U plaatst de afdekkap in de sleuven van de beide houders voor
de stofkap
3 . Het plaatsen en uitnemen is het meest gemak-
kelijk, wanneer de sleuven recht naar boven staan.
Is de afdekkap
ongeveer
op handbreedte
geopend, dan blijft
deze reeds in deze stand open staan.
Is een korrektie nodig van de veerkracht, die de kap boven de
platenspeler open houdt, dan kan dat geschieden, door de beide
van achter toegangkelijke schroeven te verdraaien. Zie Fig. 5.
Draaien met de wijzers van de klok mee —
vergroot de veerkracht.
Draaien tegen wijzers van de klok in —
vermindert de veerkracht.
Aansluiten van de netspanning
De platenspeler is, overeenkomstig de opgave op het ty pe-plaatje
geschikt voor een netspanning van 220 — 240 Volt en 50 Hz of
een spanning van 110 — 125 Volt en 60 Hertz.
Aanpassing van de platenspeler aan de andere netspanning is
ten ene male voorbehouden aan de handelaar of aan de tech-
nische dienst van de importeur.
(In Nederland: Rema Electronics, Isarweg 6, 1043 AK Amster-
dam, tel, 020-114959.
Aansluiten aan de versterker
Verbind het met RCA- (Cinch-) stekers uitgeruste verbindings-
snoer met de ingang Phono-Magnet van de versterker (zwart =
rechter kanaal, wit = linker kanaal). De met een kabelschoen
uitgeruste losse leiding klemt of schroeft u onder de met "GND"
gekenmerkte klemverbinding op de achterzijde van de versterker.
Is uw versterker uitgerust met DIN-ingangsbussen, dan is een
adapter nodig (Dual art.nr. 262 483), die leverbaar is in de
vakhandel.
Het losse snoer moet ook in dit geval aan uw ver-
sterker worden aangesloten.
Beter
is het, wanneer
uw
platenspeler
wordt
voorzien
van
aansluitsnoer, art.nr. 207 303.
De bediening
In gebruik nemen
Het kan voorkomen, dat na transport van de platenspeler, de
toonarm niet automatisch naar de toonarm-steun wordt terug-
16
gevoerd. In zo een geval kunt u de toonarm met de hand naar
de toonarm-steun bewegen, waarbij vanzelf de afslag-automaat
wordt gejusteerd en weer onberispelijk zal werken.
Start
Kies met de toetsen
12
en
13 het gewenste toerental 33 of
45 t.p.m., beweeg de naaldbeschermer naar boven, ontgrendel
de toonarm en beweeg deze vervolgens boven de inloop-groef
van de grammofoonplaat.
De toonarm wordt door bediening
van de toets LIFT v 8 behoedzaam in de groef van de grammo-
foonplaat gezet.
Met de toets LIFT A
9
kan de toonarm op elk gewenst mo-
ment, ook voor korte onderbrekingen, naar boven worden be-
wogen.
Het plateau draait nu door.
Stop
Wilt u de grammofoonplaat op het draaiende plateau reinigen,
zonder dat de toonarm daarbij stoort, beweeg dan de toonarm
zover naar links, dat de platenspeler slechts zal starten. Plaats
de toonarm daarna op de daartoe aangebrachte toonarm-legger.
Toonarm Lift
De toonarm-lift is in beide bewegingsrichtingen gedempt en zal
uw grammofoonplaten
derhalve nooit beschadigen. Aan het
plaat-einde treedt
de lift automatisch in werking — positie a —,
waardoor
de naald
bij een
volgende
grammofoonplaat
niet
onverhoeds daarop terecht kan komen.
De hoogte van de aftastnaald kan door verdraaien van de huls
5 met ca 6 mm worden gevariëerd. Bedien voor een eventuele
nadere instelling altijd eerst de toets LIFT A 9.
Toonhoogteregeling
Elk van de twee toerentallen 33 1/3 en 45 t.p.m.
kan met de
toonhoogteregeling worden veranderd. De bijregeling geschiedt
door middel van de knop "pitch" 14
Toonhoogte en tempi laten zich individueel regelen bijv. indien
met een instrument
bij de plaat wordt
gespeeld en de toon-
hoogte niet exact
klopt of dat enige maten
muziek
in een
filmscene moeten worden ingepast
Het ingestelde toerental is te controleren met de verlichte stro-
boscoop op de rand van het plateau.
De met het ingestelde toerental en de netfrekwentie overeen-
komende stroboskopring schijnt stil te staan, wanneer de platen-
speler exact het norm-toerental draait. Zie Fig. 4
'iste stroboskoop ring = 45 t.p.m. voor netfrekwentie 50 Hz.
2de stroboskoop ring = 45 t.p.m. voor netfrekwentie 60 Hz.
3de stroboskoop ring = 33 t.p.m. voor netfrekwentie 50 Hz.
4de stroboskoop ring = 33 t.p.m. voor netfrekwentie 60 Hz.
Instelbare trillingsdempers
Tunable acoustic isolators
Een der meest voorkomende moeilijkheden bij gebruik van een
platenspeler ontstaat door trillingen van meest uiteenlopende
aard en oorsprong, die op de platenspeler worden overgebracht
en door het aftastsysteem
in storende bijgeluiden worden om-
gezet.
De nieuwe generatie Dual platenspelers is daarom uitgerust
met instelbare trillingsdempers (Fig. 6).
Trillingen kunnen voorkomen in de vorm van:
1. Storingen door lopen: als de platenspeler is ondergebracht
in een meubel, dat op een verende houten vloer staat.
2. Akoestische
terugkoppeling:
Als de geluidsgolven
direkt
door de platenspeler worden
opgevangen
of als de platen-
speler en luidsprekerbox op dezelfde plank zijn opgesteld.
Van fabriekswege zijn de afstembare voeten op het gemiddelde
ingesteld. Door de ring met schaalverdeling te verdraaien kan