Descargar Imprimir esta página

Hitachi EXV-E1 Serie Manual De Instalación Y Funcionamiento página 131

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 25
Elektrische bedrading
9 ELEKTRISCHE BEDRADING
9.1 ALGEMENE CONTROLE
1 Controleer of de ter plekke gekozen elektrische onderde-
len (hoofdschakelaars, zekeringautomaat, draden, gelei-
dingsaansluitingen en klemmen) overeenkomen met de aan-
gegeven elektrische gegevens. Controleer of deze onderde-
len voldoen aan de nationale en regionale normen op gebied
van elektriciteit.
2 Controleer of de netvoedingspanning binnen +/-10% van de
nominale spanning ligt.
3 Controleer of de impedantie van de netvoeding laag genoeg
is om te garanderen dat de aanvangsspanning minstens 85%
van de nominale spanning is.
4 Controleer of de aardedraad goed is aangesloten.
5 Gebruik zekeringen met de opgegeven capaciteit.
G E VA A R
Controleer of de schroeven van het klemmenbord stevig zijn
vastgedraaid.
L E T O P
Bescherm de draden, afvoerleiding en elektrische onderdelen
tegen ratten en andere kleine dieren. Ratten kunnen onbes-
chermde onderdelen beschadigen en in het ergste geval
brand veroorzaken.
Wikkel de meegeleverde pakking rond de bedrading en vul
het gat voor aansluiting van de bedrading met het afdichtma-
teriaal om het product te beschermen tegen condenswater of
insecten.
9.2 BEDRADING TUSSEN DX-INTERFACE EN BINNEN- EN BUITENUNIT
Sluit de elektrische bedrading tussen de binnen- en buitenunit
aan, zoals in de volgende diagram is afgebeeld.
Volg de lokale voorschriften en richtlijnen bij het aanbrengen
van elektrische bedrading.
Gebruik afgeschermde kabels met een kabeldikte conform
de lokale voorschriften voor tussenbedrading van minder dan
300 m, om de units tegen geruis te beschermen.
Als u een of meerdere geleidebuizen voor tussenbedrading
niet gebruikt, zet u de rubbermoffen met een plakmiddel vast
op het paneel.
Alle tussenbedrading en apparatuur moeten voldoen aan
lokale en internationale bepalingen.
Wanneer geen kabelpakking wordt gebruikt, moet de bestu-
ringskast goed worden verzegeld.
123
PMML0243A rev.3 - 12/2014
Zet de draden goed met de snoerklem vast aan de binnenkant
van de binnenunit.
Leid de draden door het uitdrijfgat in het zijpaneel wanneer u
een geleiding gebruikt.
Elektrische bedrading moet voldoen aan de nationale en loka-
le bepalingen.
Controleer of de aardkabel goed is aangesloten.
G E VA A R
Het aansluiten of aanpassen van bedrading of andere
verbindingen mag enkel uitgevoerd worden als de hoo-
fdschakelaar op UIT staat.
Controleer of de aardedraad goed is aangesloten, gemar-
keerd en afgesloten in overeenstemming met nationale
en lokale normen.
O P M E R K I N G
Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit en van het
aangesloten apparaat.
L E T O P
Alle aanwezige bedrading en elektrische onderdelen moeten
voldoen aan lokale bepalingen.
L E T O P
Let op de aansluiting van de bedrijfslijn. Een verkeerde aanslui-
ting kan tot schade aan de PCB leiden.
O P M E R K I N G
Diameter kabelpakking: 6,0 mm (min) tot 12,0 mm (max).
Installeer indien nodig een leidingsisolatie of omwikkel de kabel
met isolatietape om hem dikker te maken.

Publicidad

loading