Bijlage
A Verhelpen van storingen
Probleem
Mogelijke oorzaken
Display van de
Controleer of de batterijen correct ge-
afstandsbedie-
plaatst zijn.
ning schakelt niet
Batterijen zijn ontladen
in
Display van de
Netaansluitkabel is niet aangesloten
ventilo convector
schakelt niet in
Stroom is uitgevallen
Zekering is defect
Onvoldoende
Deuren en/of vensters geopend
koeling of ver-
Warmtebron bevindt zich in de ruimte
warming
(veel personen in de ruimte)
Afstandsbediening is in de koelmodus
op een te hoge temperatuur ingesteld
Afstandsbediening is in de CV-functie
op een te lage temperatuur ingesteld
Luchtfilter is vervuild of verstopt
Hindernis vóór de luchtinlaat of luchtuit-
laat
Kamertemperatuur bereikte niet het
vastgelegde niveau
Directe zonnestraling door het ven-
ster terwijl het product in de koelmo-
dus loopt
90
Oplossing
Let op de correcte poling.
Vervang de batterijen.
Vervang altijd beide batterijen
tegelijk.
Steek de stekker in het stopcon-
tact en schakel de ventilo convec-
tor in.
Breng de stroomtoevoer van de
installatie opnieuw tot stand.
Breng uw installateur op de
hoogte.
Sluit de deuren en/of vensters.
Verwijder indien mogelijk de
warmtebron.
Stel de temperatuur optimaal in.
Stel de temperatuur optimaal in.
Reinig de luchtfilter.
Verwijder de hindernis om voor
voldoende luchtcirculatie te zor-
gen.
Wacht een ogenblik.
Bescherm de ventilo convector
tegen zonnestraling (bijvoorbeeld
gordijn dicht, luiken sluiten ...).
Gebruiksaanwijzing 0020249942_04