NAMEN EN FUNCTIES VAN DE AFSTANDSBEDIENING
AFSTANDSBEDIENING
Hiermee regelt u de werking van de binnenunit. Het bereik van de afstandsbediening is circa 7 meter. Als
●
de binnenverlichting elektronisch wordt geregeld, is het bereik van de afstandsbediening mogelijk korter.
De afstandsbediening kan aan een muur worden bevestigd met de bijgeleverde houder. Voordat u
de afstandsbediening monteert, moet u controleren of de binnenunit kan worden aangestuurd met de
afstandsbediening.
Behandel de afstandsbediening voorzichtig. Als u deze laat vallen of nat laat worden, kan dat invloed
●
hebben op de transmissie van het signaal.
Nadat u nieuwe batterijen in de afstandsbediening hebt geplaatst, heeft de unit circa 10 seconden nodig
●
om op opdrachten te reageren.
Wanneer de afstandsbediening circa 3 minuten niet wordt gebruikt in de stand UIT, aangegeven met
●
op het display, wordt de LCD uitgeschakeld.
●
Tijdens het instellen van de klok wordt de LCD uitgeschakeld wanneer de afstandsbediening circa
10 minuten niet wordt gebruikt.
U kunt de LCD weer inschakelen door op een willekeurige knop te drukken.
●
De LCD wordt niet uitgeschakeld tijdens het instellen van de TIMER.
●
Venster voor
signaalverzending/-ontvangst
Richt dit venster op de binnenunit
om deze aan te sturen.
Sensor
De temperatuursensor in de
afstandsbediening meet de
omgevingstemperatuur rond
de afstandsbediening.
Display
Hier worden de ingestelde
kamertemperatuur, huidige tijd,
timerstatus, functie en intensiteit
van de circulatie weergegeven.
Instelknoppen KAMERTEMPERATUUR
Met deze knoppen kunt u de
kamertemperatuur instellen.
Druk op de knop [
] om de
kamertemperatuur te verhogen.
Druk op de knop [
] om de
kamertemperatuur te verlagen.
Houd de knop ingedrukt om de
waarde sneller te wijzigen.
Transmissiesymbool
Het transmissiesymbool gaat
branden wanneer een signaal
wordt verzonden.
Knop START/STOP
Druk op deze knop om de werking
te starten. Druk nogmaals om de
werking te stoppen.
Selectieknop
VENTILATORSNELHEID
Hiermee bepaalt u de
ventilatorsnelheid. Bij elke druk op
deze knop verandert de intensiteit
van de circulatie:
➞
(met deze knop selecteert u de
optimale of voorkeurssnelheid
van de ventilator voor elke
werkingsmodus).
Knop ECO
Gebruik deze knop om de ECO-
modus in te stellen. (
– 228 –
(AUTO) ➞
(HOOG) ➞
(MEDIUM)
(LAAG) ➞
(STIL)
p. 237)