Waarschuwing: verwijder met het toestel geen
voorwerpen van voetpaden enz.! Het toestel is
een krachtig gereedschap; steentjes of andere
voorwerpen kunnen 15 m en meer worden weg-
geslingerd en kunnen letsels of beschadigingen
van auto's, huizen en vensters veroorzaken.
Zagen
Het toestel is niet geschikt voor het zagen.
Vastkomen
Mocht het snijmes wegens te dichte vegetatie
blokkeren dient u meteen de motor stil te leggen.
Ontdoe het toestel van gras en struikgewassen
voordat u het opnieuw in werking zet.
Vermijden van terugstoot
Bij het werken met het snijmes bestaat gevaar
voor terugstoot als het een vaste hindernis
(boomstam, tak, boomstomp, steen of dergelijks)
raakt. Het toestel springt daarbij terug tegen de
draairichting van het gereedschap in. Dit kan
ertoe leiden dat u de controle over het toestel
verliest. Gebruik het snijmes niet in de buurt van
omheiningen, metalen palen, grenspalen of fun-
deringen.
Om dichte stengels te snijden plaatst u die zoals
getoond in fi g. 9f om een terugstoot te voorko-
men.
9. Onderhoud
Schakel het apparaat vóór het begin van onder-
houdswerkzaamheden altijd uit en trek de bougie-
stekker eraf.
9.1 Vervangen van draadspoel/snijdraad
1. De draadspoel (16) demonteren zoals be-
schreven in hfdst. 5.1.7. De zijdelingse gren-
delnok licht indrukken, tegelijkertijd de spoel
naar beneden drukken en met de klok mee
draaien (fi g. 12a). Eén helft van de behuizing
eraf nemen.
2. Draadspoel uit de behuizing nemen (fi g. 12c).
3. Verwijder eventueel nog voorhanden snij-
draad.
4. De nieuwe snijdraad in het midden samen-
leggen en de ontstane lus vasthaken in de
uitsparing van de draadverdeelplaat (fi g. 12d).
5. Draad onder spanning tegen de de klok in
opwikkelen. De draadverdeelplaat scheidt
daarbij de beide helften van de snijdraad (fi g.
12e).
Anl_BBC_25_SPK7.indb 87
Anl_BBC_25_SPK7.indb 87
NL
6. De laatste 15 cm van de beide draaduitein-
den in de tegenoverliggende draadhouders
van de draadverdeelplaat haken (fi g. 12f).
7. De beide draaduiteinden doorheen de meta-
len ogen in de behuizing van de draadspoel
leiden (fi g. 12c).
8. Draadspoel in de behuizing van de draadspo-
el drukken.
9. Kort en krachtig aan de beide draaduiteinden
trekken om deze uit de draadhouders los te
maken.
10. Overtollige draad op ongeveer 13 cm inkor-
ten. Daardoor wordt de motor bij het starten
en opwarmen minder zwaar belast.
11. Draadspoel weer monteren (zie hoofdstuk
5.1.7). Als de complete draadspoel wordt ver-
nieuwd, slaat u de punten 3-6 over.
9.2 Slijpen van het mes van de beschermkap
Het mes van de beschermkap kan mettertijd bot
worden. Mocht u dit vaststellen, dan draait u de
schroef los waarmee het mes van de bescherm-
kap aan de beschermkap is bevestigd. Zet het
mes vast in een bankschroef. Slijp het mes met
een vlakke vijl en let er goed op, dat u de hoek
van de snijkant niet verandert. Vijl slechts in één
richting.
9.3 Onderhoud van het luchtfi lter
Door verontreinigde luchtfi lters neemt het mo-
torvermogen af, omdat er te weinig lucht naar de
carburateur wordt geleid. Regelmatige controle
is dan ook absoluut noodzakelijk. Het luchtfi lter
(32) moet om de 25 bedrijfsuren gecontroleerd en
indien nodig gereinigd worden. Bij zeer stoffi ge
lucht moet het luchtfi lter vaker worden gecontro-
leerd.
1. Verwijder het luchtfi lterdeksel (fi g. 10a).
2. Verwijder het luchtfi lter (fi g. 10b).
3. Reinig het luchtfi lter door uitkloppen of uitbla-
zen.
4. De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
Waarschuwing: Luchtfi lter nooit met benzine of
brandbare oplosmiddelen reinigen.
- 87 -
05.11.14 08:28
05.11.14 08:28