Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Opmerking:
Gebruik voor het testen geen open vuur, dat kan de melder beschadigen.
De akoestische en optische signalen tijdens het testen worden alleen gebruikt om aan te geven dat
de melder werkt.
Het betekent niet dat er een brand is ontdekt.
FOUTSTATUS
Als de melder zich in een foutstatus bevindt, werkt hij niet.
De foutstatus wordt aangegeven door 1 pieptoon om de 40 seconden.
Vervang onmiddellijk de batterij en controleer de melder op beschadigingen, maak de openingen van
de melder schoon, b.v. met een stofzuiger. Voer een werkingstest uit.
Als de foutstatus ook na het vervangen van de batterij gemeld blijft worden, neem dan contact op
met het servicecentrum.
LEGE BATTERIJ
Een lege batterij in de melder wordt aangegeven door een gelijktijdige 1× pieptoon/1× knipperen
van de rode LED om de 40 seconden gedurende ten minste 30 dagen totdat de batterij leeg is.
Vervang de batterij onmiddellijk. Gebruik alleen alkaline batterijen, geen oplaadbare batterijen.
Voer een werkingstest uit.
Uit voorzorg wordt aanbevolen de batterij 1× per jaar te vervangen.
EINDE LEVENSDUUR MELDER
De levensduur van de melder is 10 jaar vanaf productie.
Na deze periode mag hij niet meer worden gebruikt en moet hij worden vervangen door een nieuw
apparaat.
De datum van vervanging van de melder wordt op het etiket op de achterkant van het apparaat
aangegeven met de tekst "Vervang apparaat".
Als u meer dan één melder gebruikt, controleer dan de vervangingsdatum van alle melders!
ALARMMELDING
Als er brand wordt gedetecteerd, zendt de melder een akoestisch/optisch signaal uit.
De melder piept en de rode LED knippert 3 keer achter elkaar (gevolgd door een pauze van 1,5 seconde).
Het alarm blijft actief tot de lucht gereinigd is.
Het akoestische alarmsignaal kan tijdelijk worden uitgeschakeld – druk op de TEST-knop.
Het akoestische signaal wordt gedurende 8 minuten onderdrukt en de rode LED knippert elke 40
seconden.
Na 8 minuten is het akoestische signaal weer actief totdat de lucht is gezuiverd.
Bij alarm moet het gebouw onmiddellijk worden geëvacueerd en moeten alle personen het gebouw
verlaten hebben.
Blijf niet staan om hulp te roepen of uw bezittingen te halen.
Neem contact op met de betreffende dienst van het geïntegreerde reddingssysteem.
Wacht tot de lucht weer schoon is.
Verwijder de batterij niet of ontkoppel haar niet om de alarmmodus te onderbreken – de melder
zal niet werken!
Overzicht van mogelijke foutsituaties van de melder
Status
Testmodus werkt niet.
Alarmmelding door gelijktijdige 1× pieptoon/
1× knipperen van rode LED.
Oplossing
1. Controleer of de batterij correct is
aangesloten.
2. Als de storing zich opnieuw voordoet, moet
u de apparatuur reclameren.
1. Batterij is leeg, moet vervangen worden.
74
Publicidad
