ontgrendeld zijn (Fig. I). Steek vervolgens de rugleuning in de gaten in het zadel en vergrendel de sloten (Fig. I).
Vervolgens moeten de veiligheidsrails (12) in de gaten in de zitting worden geplaatst (Fig. J). Plaats vervolgens de
zadelhoes (14), haal de zijhoezen door de beugels, trek de stof over de zitting (Fig. K) en verbind vervolgens de hoes
met de rugleuning door de veiligheidsgordels erdoor te halen. Om de veiligheidsgordels correct te installeren, maakt
u de ritssluiting aan de achterkant van de rugleuning los (Fig. L), haalt u de gordels door de gaten in de rugleuning
(Fig. M) en maakt u de vergrendeling vast. Nadat de gordels correct zijn geplaatst, installeert u het kruisband
beschermingsmateriaal door het materiaal op een van de veiligheidsrails aan te brengen. Verbind vervolgens de
veiligheidsleuningen met elkaar, na de juiste verbinding hoort u een kenmerkende klik (fig. P). Schuif de kap (15) op
de zijkanten van de rugleuning (13) (Fig. O). Bevestig de bekerhouder (17) aan de bovenhandgreep (18), steek
vervolgens de bovenhandgreep in het gat op het frame totdat de vergrendeling vastklikt (fig. O). Plaats de zak voor
kleine voorwerpen (22) op het ouderhandvat en maak deze vast met klittenband.
Afstellen:
Positie van het dakje - druk op rode knoppen aan beide zijden van het dakje en verschuif naar de gewenste positie.
Gebruik daarbij de gesp op de top van het dakje.
Beensteunen - afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van het kind kunnen de beensteunen ingeklapt worden, zodat
het kind het fietsje zelfstandig aandrijft. LET OP! Als de ouder handgreep gemonteerd en de voetsteun uitgeklapt is,
moet u telkens de wielvergrendeling zodanig ontgrendelen dat de pedalen vrij kunnen draaien zonder het wiel in
beweging te brengen (aandrijving uitgeschakeld). Indien de vergrendeling niet wordt uitgeschakeld, kunnen de
voeten bekneld raken of verwondingen aan de voeten ontstaan! Nadat de ouder handgreep gedemonteerd is, klapt
u de voetsteun in en sluit u de wielvergrendeling aan, zodat de pedalen het wiel in beweging brengen (aandrijving
ingeschakeld).
Rem - de fiets heeft een achterwielrem. Druk met uw voet op de rem. Wanneer u het vergrendelgeluid hoort, wordt
de rem geactiveerd. Het wordt ontgrendeld als het remblokkeringsmechanisme omhoog wordt gebracht.
Veiligheidsgordel - pas de lengte aan, zodat ze het kind goed vasthouden maar de bewegingen niet belemmeren.
Positie van de zadel - de zadel kan naar voren of achteren afgesteld worden alsook tegen de rijrichting worden
geplaatst. Om dit te doen, draai de moer los en stel de gewenste positie af. Na het vastdraaien, verzeker u zich, dat
de zadel stabiel gemonteerd is.
Het inklappen van de achterwielen - breng het fietsje een beetje omhoog en druk op de rode knop onder het kader,
draai de achterwielen naar voren.
Oudere kinderen kunnen zonder rugleuning fietsen - schuif de bescherming van de zadel weg, neem de rugleuning
door de hendels aan de zijkanten te ontgrendelen weg, draai de veiligheidsrail met 90° naar achteren en schuif uit.
Bij het fietsen zonder rugleuning dient het kind een extra gordel die onder de zadel zit te gebruiken.
Afstellen van de lengte van de handgreep voor ouders - schuif uit en blokkeer op de gewenste lengte.
III Onderhoud en reiniging
Bescherming van de zadel, rugleuning, bescherming van het stuurwiel: Demonteer van de kader. Was in de
temperatuur van max. 30°C, fijn programma. Niet bleken. Niet in een droogmachine drogen. Niet strijken. Niet
stoomwassen.
Dakje: Niet wassen. Niet bleken. Niet in een droogmachine drogen. Niet strijken. Niet stoomwassen. Maak met
schoon en vochtig doekje en zacht zeep schoon. Laat het in de lucht drogen. Dompel het product nooit in het water.
Kader: Maak het metalen kader met zacht, schoon en vochtig doekje en zacht zeep schoon.
Opslag
Het product buiten bereik van kinderen bewaren.
PL
Szanowny Kliencie!
Dziękujemy za zakup produktu marki Kinderkraft.
Tworzymy z myślą o Twoim dziecku – zawsze dbamy o bezpieczeństwo i jakość, zapewniając tym samym komfort
najlepszego wyboru.
WAŻNE! ZACHOWAĆ DO PÓŹNIEJSZEGO STOSOWANIA.
UWAGI DOTYCZĄCE BEZPIECZEŃSTWA I ŚRODKÓW OSTROŻNOŚCI
29